37 Griekenland

17 juli t/m 29 juli 2008
Van reizigers weer gewoon toeristen

Hoe zagen die euro’s er ook weer uit?

Zodra we de grens over zijn komen we terecht op een prachtige autosnelweg. Echt glad en strak asfalt, voor driekwart aangelegd met steun van de EU. Net als heel veel projecten en wegen hier, zo blijkt al snel. We zijn weer in de Europese Unie, hoe zagen die euro’s er ook weer uit? Het landschap is hevelachtig, bebost en leeg. Erg mooi. Zodra we in de buurt van de kust komen, verlaten we de snelweg en gaan een plekje zoeken voor de nacht. We hebben geluk, iets ten oosten van de stad Alexandroupoli vinden we een mooi plekje pal aan de kust. Een zwemstrand is het niet, daar is het veel te ondiep voor. Wel veel zandplaten met vogels, net de Waddenzee maar dan een graadje of vijftien warmer.

Werkelijk overal zie je auto’s

Na een lekkere barbecue stoken we nog een klein vuurtje met gesprokkeld hout, wijntje erbij en dan snel slapen. De volgende ochtend worden we gewekt door een grote kudde schapen en geiten die rond de auto lopen, gevolgd door een herder en een stuk of wat honden. We proberen een praatje te maken met de herder maar ons Grieks is niet zo geweldig. Na het ontbijt rijden we verder langs de kust naar Kavali. We brengen een kort bezoek aan het oude havenstadje en bekijken het Romeinse aquaduct en een Byzantijns kasteel. Wat ons vooral weer opvalt, is de gehaastheid en doeltreffendheid van de bewegingen van Europeanen. Iedereen is ergens heen op weg lijkt het, niemand staat stil. Aan de andere kant is ook niemand meer geïnteresseerd in onze bewegingen. Een ander punt dat opvalt, is hoe ongelofelijk veel auto’s er zijn in Europa. Werkelijk overal zie je auto’s. In een stad wandel je in feite over een gigantische parkeerplaats.  Het zal waarschijnlijk alleen nog maar erger worden hoe verder we naar het noorden van Europa rijden.

Hippe strandtent

Intussen hebben we een kaart van Griekenland gekocht, maar ik heb niet goed opgelet. De meeste plaatsen staan alleen maar met Griekse letters aangeduid. Nu staan die ook wel op de plaatsnaam borden maar gemakkelijk is anders. Met wat gezoek vinden we uiteindelijk Sithonia het middelste van drie schiereilanden. Hier vinden we een plekje aan een strandje bij een hippe strandtent waar vrij kamperen wordt toegelaten. Er staan nog een paar campers met wie we een praatje maken. Het blijkt een prima plekje te zijn waar we twee nachten blijven staan. Luifeltje uitgezet, lekker zwemmen, luieren en weer wat klusjes doen aan de auto. De kinderen proberen wat te schrijven voor hun weekboeken maar met het strand zo vlakbij valt dat niet mee. Overdag wordt het erg druk bij de strandtent, heel veel mensen uit Thessaloniki komen in het weekend hier voor een dagje naar het strand. De geur van zonnebrand waren we bijna vergeten.

Zondagmiddag verlaten we het strand en rijden via de Lidl, ja die zijn hier overal, naar Thessaloniki. Vanaf daar nemen we de grote weg verder naar het westen. Iets voorbij Kozani schieten we een kleine zijweg op en tien kilometer verderop vinden we op een steil bergpaadje een prachtig plekje voor de nacht. Tot de volgende ochtend tien uur passeert er één auto. Op de barbecue roosteren we een paar stukjes varkensvlees, ook weer iets dat we erg lang niet gegeten hebben.

De toerist uithangen bij de Meteora kloosters

Na een heerlijke nachtrust rijden we naar het oosten. Van een paar Griekse overlanders hadden we tijdens onze reis gehoord dat we echt naar Kalabaka moesten gaan en dus rijden we hier heen. Vlakbij Kalabaka zijn namelijk de zogenaamde Meteora kloosters, en we moeten toegeven, Ze zijn echt de moeite waard. Het is een groep middeleeuwse kloosters gebouwd op hoge ontoegankelijke rotspunten. Ooit begonnen als kluizenaarsplaatsen, later uitgegroeid tot mooie kerken en kloosters. De enige manier om de kloosters te bereiken was via een touwladder of via een takel. Beiden konden omhoog gehaald worden als er gevaar dreigde. Het grootste deel is later verwoest maar een stuk of tien kloosters zijn bewaard gebleven, waarvan er een aantal te bezichtigen zijn. We bezoeken een aantal kleine kloosters. Bij één groot klooster is het zo druk, omdat hier een parkeerplaats was voor tientallen touringcarbussen, dat Stijn en ik niet eens naar binnen zijn gegaan.

Voordeel van een toeristische trekpleister is dat er veel keus is aan campings. We kiezen er één vlak bij de Meteora-kloosters, met zwembad. Lekker even zwemmen, douchen en een wasje doen. Vanaf Kalabaka is het niet zo heel ver rijden naar Ioanina, maar door een uitgebreide lunch en een ontmoeting met een paar Nederlandse vrachtwagencampers die met een groep op weg zijn naar Istanbul, doen we er toch bijna de hele dag over. Aan het meer van Ioanina vinden we vlakbij (alweer) een klooster een mooi plekje aan de waterkant. Eigenlijk perfect voor wat betreft het uitzicht, alleen de weg achter ons en de vele muggen maken het iets minder paradijselijk. We bezoeken het stadje de volgende ochtend, een oud vestingplaatsje met leuke winkels, terrasjes en restaurants en een mooi boulevard langs het water. We eten broodjes Giros en Soeflaki (niet echt lekker eigenlijk) en een paar pizzapunten (heerlijk), en aangezien Pieter door zijn sandalen heen is een paar nieuwe slippers voor hem. Bij een kleine smederij kopen we een handgemaakte schaar. Vanaf Ioanina is het een paar uur rijden naar Igoumenitsa, een havenstad aan de westkust. Als we er om vier uur ’s middags aankomen stoppen we bij het eerste boekingskantoor dat we zien, dat toevallig een Duitstalig bureautje is. Binnen een half uurtje hebben we tickets voor de boot naar Ancona, Italië. Vertrektijd: elf uur, diezelfde avond. Wat een verschil met de pont naar Soedan en Egypte.

Alle foto's op een rijtje:

105