36 Turkije

2 juli t/m 17 juli 2008
Oude beschavingen in een prachtig land


Na anderhalf jaar terug bij de Middellandse Zee

De Turkse grens is gelukkig een gemakkelijke, alleen hier ook weer visums betalen voor de kinderen. Maar goed dat ze dat in Afrika nog niet door hebben anders waren we deze reis nog wel een paar duizend euro meer kwijt geweest.

Via mooie vruchtbare valleien zeilen we, het waait hier stevig, naar de kust. Wat ons meteen opvalt in Turkije is dat er enorm uitgestrekte akkers en boomgaarden zijn maar dat er niemand woont. De boeren wonen hier allemaal bij elkaar in kleine dorpjes en stadjes, soms wel tientallen kilometers van hun landerijen vandaan. Na de winderige valleien steken we een hoge bergpas over waar we in een bergdorpje geld halen uit de muur en wat brood en fruit in slaan. Eindelijk weer echt brood, zeker vergeleken met wat ze in Syrië brood noemen.

Bij de kust aangekomen lukt het niet om een kampeerplekje te vinden. Voor het eerst sinds anderhalf jaar zien we de Middellandse Zee weer, maar ook uitgestrekte industrieën, haventerreinen, grote woonkazernes, spoorlijnen, etc. Er is geen meter vrij aan de kust. Op een parkeerplaats langs de tolweg brengen we de nacht door. Het is hier warm en vooral klam.

De volgende ochtend rijden we verder langs de kust en buigen voorbij Adana af naar het noorden. Op de bergpas naar Nigde passeren we hoge bergen waar zelfs nog sneeuw ligt op de toppen. De landschappen zijn overweldigend, iets wat wij ons helemaal niet voorgesteld hadden bij Turkije. Ook zien we hier voor het eerst regelmatig auto’s met Nederlandse kentekens. Een rare gewaarwording. Het zijn natuurlijk Turken die hier op vakantie zijn, en vragen zich af waarom wij zo enthousiast zwaaien.

Paddenstoelvormige zandsteenformaties met huizen, kerken en kloosters

In Göreme aangekomen gaan we naar een echte camping, compleet met zwembad. Göreme is een toeristisch oord vanwege de Cappadocië bergen waar het dorp middenin ligt. Vreemdsoortige puntige, soms paddenstoelvormige zandsteenformaties waar in de vroege middeleeuwen Christenen woonden die daar huizen, kerken en kloosters in uitgehouwen hebben. Ook nu nog zijn er veel families die in dit soort sprookjeshuizen wonen, of ze gebruiken voor opslag. De mooiste worden nu verhuurd als hotelkamers aan toeristen.  De kinderen hebben voorlopig alleen maar oog voor het zwembad met waterglijbanen. Het toeristenseizoen is nog net niet begonnen, wij zijn praktisch de enige gasten. Het klimaat in de bergen van Turkije is heerlijk, lekker warm en zonnig overdag, ‘s Avonds koelt het aangenaam af. Elke ochtend worden we vroeg gewekt door de tientallen luchtballonnen die hier vlak bij elke ochtend voor zonsopkomst omhoog gaan. Voor iets van 150 euro kun je hier een uurtje de lucht in, alle toeristen doen het waarschijnlijk, maar wij slaan het over. Als je even een bergje opklimt zie je precies hetzelfde.

Na tweeënhalve maand afscheid van Peter en Tessa

Wel bezoeken we enkele oude kerken en kloosters, of althans de restanten ervan. De mooiste, hiervoor moet je betalen, zijn van binnen voorzien van zeer oude fresco’s die mooi bewaard zijn gebleven. De leukste zijn de kerken en huizen die we zelf in de buurt van de camping ontdekken en waar we naar binnen klimmen en rondneuzen.

Na drie nachten komt het onvermijdelijke afscheid met Peter en Tessa. Na tweeënhalve maand samen reizen hebben we ze genoeg opgehouden en willen nu echt snel naar huis. Via Bulgarije, Roemenie en Polen willen ze binnen een week naar huis rijden. We zullen ze missen. Hoe moeten we nu klaverjassen? Wij blijven nog een nachtje langer om nog wat meer schoolwerk te kunnen doen, en gewoon omdat het een lekker plekje is. ‘s Middags maak ik met de kinderen een lange wandeling door de bergen waarbij we zelf diverse huizen, kerken en gangen ontdekken.

Cappi

Op de terugweg loopt er nog een leuk jong straathondje met ons mee naar de camping. We komen bijna in de verleiding het beestje mee te nemen, we hadden het al een naam gegeven, Cappi. Maar het is gewoon te veel gedoe, het beestje is gezond en heeft hier waarschijnlijk ook een goed leven. De laatste dag maken we nog kennis met een leuk Engels stel met een oude Mercedes bus dat met hun twee kinderen een lange vakantie aan het houden is. Het kost de volgende dag dan ook veel moeite om de kinderen uit het zwembad te trekken en de camping te verlaten. Komen we kinderen tegen, gaan we weer weg. Via een mooie vlakke rechte weg rijden we vlot naar Konya waar de bergen weer beginnen. Het is even wennen om weer helemaal alleen te rijden, we hoeven niet meer in de spiegels te kijken en horen niet meer het vertrouwde geplof van stoffel.  Na een uurtje door de bergen gereden te hebben nemen we een klein zandpaadje naar rechts en stoppen we in een schilderachtig abrikozenboomgaard. Het koelt weer lekker af ’s avonds en na een bordje macaroni met Turkse worst kruipen we vroeg onder onze warme dekbedden.

Tussen Europese en Russische toeristen

Na een paar uur rijden bereiken we weer de kust. Het is nog wederom een drukke kust, ditmaal vooral huizen, hotels en resorts. We zijn hier in de buurt van Alanya en Antalya waar jaarlijks miljoenen Europese en Russische toeristen zich opsluiten in all-inclusive resorts. Het doet de streek zo te zien goed want overal zie je mooie auto’s, dure winkels en prachtige huizen. In Antalya bezoeken we nog even de binnenstad die je volgens onze reisgids niet mag missen. Nou dat mag je best want behalve de oude stadspoort en de haven is er eigenlijk niets te zien behalve eindeloos veel souvenirwinkeltjes. Hoogtepunt voor ons was een ritje in de enige tram, model Rotterdam jaren zeventig.

Olimpos, een oude compleet overwoekerde Romeinse havenstad

Vanaf Antalya rijden we verder de kust langs naar het zuiden naar Cirali, het paradijs vergeleken bij de hel van Antalya. Een gemoedelijk dorpje in een moeilijk bereikbare vallei aan een prachtige baai met een groot rustig strand. Het massatoerisme heeft dit plaatsje gelukkig nog niet ontdekt, hier zitten alleen lokale toeristen en wat backpackers. Op de kleine camping van Pasa zijn wij de enige gasten. We kunnen er heerlijk eten en het is drie minuten lopen van het strand. Ze verkopen hier de grootste en lekkerste perziken van de wereld volgens ons, ruim een half pond per stuk Vanaf het strand mogen huizen of ander gebouwen zichtbaar zijn omdat dit een belangrijke plaats is waar zeeschildpadden hun eieren leggen. De plaatsen waar de eieren momenteel liggen te broeden zijn gemerkt met stokjes. Een andere verassing is het nabijgelegen Olimpos waar de resten te zien zijn van een oude compleet overwoekerde Romeinse havenstad, compleet met tempels, badhuizen, arena’s, theaters, graven, etc. Bijna niets gerestaureerd, geen kaarten en bordjes, overal struiken, bomen, beekjes, etc. Kortom, een pracht plekje voor de kinderen. Via het mooie strand lopen we terug naar Cirali. Volgens een Nederlands stel dat hier elk jaar komt het mooiste strand van Turkije.

Kasa parkeren op twee meter van de zee

In Cirali doen we de laatste lessen en eindtoetsen voor het schooljaar van de kinderen. Een hele overwinning om het jaar af te ronden en een echt vakantiegevoel te krijgen. Ze moeten nog wel heel wat doen voor hun weekboeken maar daar hebben we nog een paar weken de tijd voor. Via een onbeveiligde Wifi-internetverbinding van een nabijgelegen hotel sturen we alle eindtesten op naar de wereldschool.

Vanaf het paradijs rijden we verder langs de kust. Via Kas en Fethiye rijden we via prachtige bergpassen naar de baai van Akyaka. Ook dit deel van Turkije is echt heel mooi. Op goed geluk slaan we een klein landweggetje in en belanden even later op een prachtig plekje aan het uiteinde van een diepe baai, meer een soort fjord eigenlijk. We kunnen de auto op het strand op twee meter van de zee parkeren. We gaan lekker zwemmen en helemaal alleen staan we ‘s avonds op het strand naar de zonsondergang te kijken. Bovendien is er op dertig meter afstand een waterbron waar met een grote straal ijskoud drinkwater uit stroomt. Het plekje is zo goed dat we de volgende ochtend besluiten nog een dag te blijven staan. Even echt lekker vakantie vieren. Het is wel weekend en overdag komen er veel Turkse families hier zwemmen en picknicken maar het zijn allemaal vriendelijke mensen. Het menselijk contrast is ook opvallend. Aan de ene kant snelle jongens die hier voor mooie meiden in bikini’s de mooiste vliegkunsten uithalen met hun kite-surfboards maar aan de ander kant ook hele families die met zijn allen de hele dag aan het eten zijn en af en toe met al hun kleren aan gaan zwemmen. Nou ja zwemmen kun je het niet noemen, zeg maar waden.

Efese, of Ephesus, bij zonsondergang

Na de tweede nacht varlaten we pas ’s middags ons mooie plekje en rijden naar Efese. De oude Romeinse stad bekend uit de Bijbel en één van de best bewaarde Romeinse ruines ter wereld. Onderweg krijgen we op een bergpas de eerste regenbui sinds Ethiopië over ons heen. We zijn net op tijd om naar binnen te mogen en hebben anderhalf uur de tijd om de oude stad te bekijken. Door het late tijdstip is niet alleen het licht erg mooi maar zijn we praktisch de enige bezoekers. Een niet te onderschatten meerwaarde. We bekijken de diverse tempels en oude gebouwen maar de meeste indruk maken de bibliotheek en het theater, waar twintigduizend mensen in pasten. De kinderen vinden de rondlopende katten en de tweeduizend jaar oude openbare toiletten het bijzonderst.

Pieter wordt twaalf

We slapen op een camping aan het strand in het vlakbij Efese gelegen Pamukkale, een rare gewaarwording. Voor het eerst deze reis staan we op een hele grote, echte camping vol met andere Europese vakantievierders met caravans en bungalowtenten. De meeste zijn weliswaar Turken, een paar Italianen en wat Polen. Maar toch. De volgende dag een belangrijke dag: Pieter wordt twaalf. We vieren zijn verjaardag met uitslapen, lekker ontbijten, aan het strand spelen en ’s avonds uit eten in het restaurant van de camping. ’s Middags gaan we nog even naar Selcuk waar we bij outletcentre, daar stikt het van hier in dit deel van Turkije, Pieter in nieuwe kleren steken. Nieuwe broek, T-shirt en stoere baseballpet. Pieter is helemaal blij.

Terug in Europa, het thuiskomen komt snel dichterbij

Vanaf Selcuk rijden we de dag er na naar Cannakale. We hebben intussen besloten Istanbul over te slaan omdat het ver uit de route ligt, de diesel hier 1,70 euro kost en de stad gewoon te groot is om in een dagje met de vrachtwagen te bekijken. We volgen de lange beetje saaie weg langs de enorme stad Izmir. De enige stop vandaag is een nog één keer een outletcentre waar Jacobine ditmaal slaagt. Overigens is dat ook precies wat heel veel Nederlandse Turken doen die hier op vakantie zijn: kleding kopen voor een fractie van wat je er in Nederland voor betaald. Als we in Cannakale aankomen zoeken we de weg naar de pont naar de overkant van de Marmarazee. De borden zijn heel onduidelijk en het ontbreekt ons aan een goede kaart. Bij een haventje staan mensen druk te gebaren en voordat we weten staan we op een pont zonder te weten wat hij kost of waar hij heen vaart. Hij kost gelukkig maar vijf euro, geen slechte deal voor een kwartier varen, en blijkt nog naar de goede plaats te varen ook! Aan de overkant rijden we officieel weer Europa binnen, alweer zo’n moment waarbij het thuiskomen snel dichterbij komt. Dit is het Gelibolu schiereiland waar in de eerste wereldoorlog tienduizenden Australiërs en Nieuw-Zeelanders zijn omgekomen bij hun uiteindelijk onmogelijke poging Turkije, Istanbul, en vooral de doorgang naar de Zwarte Zee, te veroveren. Ook tienduizenden Turken, onder aanvoering van Atatürk zijn hier in de loopgraven omgekomen. Na ruim een jaar van zinloze verliezen zijn de geallieerden uiteindelijk teruggetrokken. Nu is het hele schiereiland eigenlijk één groot monument. Bij het kleine haventje Kabatebe mogen we de auto parkeren. Op de camping kunnen we niet terecht omdat de takken te laag oversteken. Er is weer een mooie zonsondergang en we eten op de parkeerplaats in de auto.

Kasa krijgt nog een poetsbeurtje

De volgende ochtend bezoeken we een aantal van de tientallen oorlogsmonumenten. Ondanks dat het zo lang gelden is en Nederlanders er eigenlijk niets mee te maken hadden maakt het toch enorme indruk. In het terrein staande, en de Engelstalige verklarende bordjes lezende, zie je de strijd hier voor je, die letterlijk om het veroveren van een paar meter grond ging. Het is gek genoeg ook een heel mooi stuk natuur waarvan je echt kunt genieten. Vanaf de Gallipoli battlefields zoals ze bekend staan in Australië, rijden we verder naar het noorden. Bij een benzinestation laten we nog tegen Turkse arbeidsloontarieven de olie verversen en de auto smeren. Wel weer een klein akkefietje omdat nadat de olie er al uit was gehaald ze niet het juiste oliefilter bleken te hebben, terwijl at wel beloofd was. Ach ja, het oude filter maar weer teruggeschroefd.  De auto wordt meteen schoongespoten en gewassen. Goh, de velgen waren rood, bijna vergeten.

Vlak voor de grens spenderen we onze laatste Turkse lires in een enorme supermarkt en tegen zevenen verlaten we Turkije en rijden de Europese Unie in. De grens zelf is weer een normale overzichtelijke grens zoals het hoort. Niks gezeur, stempels, regelmannetjes, carnets, verzekeringen, belastingen, ecotax, of wat dan ook. Gewoon even gegevens paspoorten inscannen, zwaaien en doorrijden. Op de grensrivier worden we uitgezwaaid door Turkse soldaten en welkom gezwaaid door Griekse soldaten.

Resumé

Turkije is ons heel goed bevallen. Het is een enorm groot en mooi land met een vriendelijke bevolking, lekker eten, op de diesel na betaalbaar en een heerlijk klimaat. Turkije lijkt hard op weg een welvaartsniveau te ontwikkelen naar Europees niveau, je ziet overal dat het land zich snel ontwikkelt met alle bijbehorende voor- en nadelen. Als je de grote industriegebieden en de toeristische stranden vermijdt kun je hier mooi rondreizen. Ondanks de tweeduizend kilometer die we in Turkije afgelegd hebben, hebben we eigenlijk maar een relatief klein stukje gezien Een goede reden om ooit eens terug te komen, het is dichterbij dan je denkt.

Alle foto's op een rijtje:

169