33 Egypte

22 mei t/m 20 juni 2008
Oudheid en schoonheid in Egypte


IJskoud biertje met uitzicht op de Nijl

Nadat we ons het douanegebouw uitgeworsteld hebben met al onze, onhandige, bagage laten we ons per Peugeot 504 familiale (vertrouwd gevoel) naar Aswan brengen, zo’n twintig kilometer verderop. Na wat gezoek boeken we twee kamers in het Nubian Oasis Hotel, een lelijk gebouw met lelijke kamers, maar wel goedkoop, met airco en midden in de soek. Eén kamer voor onze ‘vier’ kinderen en één kamer voor ons. Toch wel weer vreemd om in een hotel te zijn. We gaan eerst maar even een uurtje op bed liggen want de afgelopen nacht hebben we niet echt veel geslapen. We lopen door de soek, een toeristenmarkt naar de boulevard en verbazen ons over de hordes toeristen en alle souvenirwinkeltjes. Dit hadden we niet echt verwacht. Aswan blijkt het eind- en startpunt te zijn van talloze Nijlcruises waar dagelijks honderden, misschien wel duizenden Amerikanen, Japanners en Europeanen hier voor een paar uur ontscheept worden. Om onze aankomst in Egypte te vieren gaan we aan het eind van de middag iets drinken in een luxe restaurant. Met uitzicht op de Nijl, vol met voor de toeristen rondzeilende falucca’s en ronkende Nijlcruiseschepen om de airco’s aan de gang te houden, drinken we een ijskoud biertje, heerlijk.

Omgekeerde cultuurshock

Heerlijk maar wel een enorme omgekeerde cultuurshock voor ons. Uit het rustige gemoedelijke Soedan in één keer in het massatoerisme. We voelen ons nog niet thuis tussen de roodverbrande, in bikini’s of safarikledij op straat rondlopende, nogal dikkere, soortgenoten. We hebben allemaal hetzelfde gevoel: We hebben Afrika echt verlaten. We proberen tevergeefs Peter te sms’en, waarschijnlijk is hij buiten bereik van de GSM-zenders. Ook de Morris-mensen, die toevallig in hetzelfde hotel verblijven, zijn uiteraard benieuwd waar hun auto’s blijven. We eten ’s avonds heerlijke falaffel in een lokaal achteraf restaurantje. Ik ben ’s avonds op straat nog een tijdje bezig om een nieuwe simkaart te activeren maar ook met steun van twee Egyptische jongens wil het niet lukken. De één is moslim, de ander een koptisch christen en werken samen in een kleine boekbinderij. Deze twee bevolkingsgroepen werken en leven hier overigens vreedzaam samen. Ze vragen mijn mening over onderwerpen als de evolutie, de schepping, de profeten maar ook over bijvoorbeeld de Deense cartoons. Vooral dat laatste onderwerp is een hot item hier. In Soedan worden aan de grens Denen, zo hebben wij gehoord, zelfs botweg terug gestuurd. Ik probeer ze uit te leggen hoe vrijheid van meningsuiting werkt in Europa, uiteraard totaal anders dan hier, maar ze kunnen het niet begrijpen. Van Geert Wilders hebben ze hier gelukkig nog nooit gehoord. Holland is voor de mensen hier het mooiste land ter wereld, vol met koeien, melk en boter.

De volgende ochtend slapen we lekker uit en krijgen een karig ontbijtje in een mistroostig warm eetzaaltje. We doen die dag niet zo veel behalve wat over de markt rondlopen en naar die grote M.  Jawel, de volgende cultuurshock: er is hier net een nieuwe McDonalds geopend, met ijskoude airco, gratis Wifi-internet en uiteraard de gebruikelijke fastfood-lekkernijen. We laten koffie, milkshakes en hamburgers aanrukken. Toch wel weer lekker eigenlijk… en eindelijk weer eens een echt toilet en zo. Na een rustig dagje drinken we bij hetzelfde restaurant een biertje en eten we ’s avonds weer bij hetzelfde tentje falaffel. De rest gaat op tijd naar bed, ik drink nog een paar biertjes met James en Genevieve bij een chique tent op een terras langs de Nijl.

Eindeloze bureaucratische procedures en een zeiltochtje met falucca

De dag erna hebben we met zijn allen afgesproken bij het hotel van de Morris-club. Inmiddels hebben we van Peter een sms-berichtje gekregen dat hij is aangekomen in de haven van Aswan. Met zijn zessen vertrekken we per taxi naar de haven van Aswan. Jacobine en de kinderen blijven in het hotel. Bij de haven aangekomen zien we Peter al aan de kade staan, met sigaar in zijn mond. We mogen de auto’s vrij snel van het ponton halen Onder Kasa zien we een plasje water staan. Er lekt blijkbaar ergens koelvloeistof. Daarna begint een eindeloze bureaucratische procedure die uiteindelijk twee hele dagen zou duren en te lang en saai is om hier helemaal te beschrijven. In totaal moesten we drie keer op en neer naar de haven (20km!) om alles te regelen: belastingen, kentekenplaten, douaneformulieren, Egyptische nummerplaten, auto-inspecties, etc, etc. Terug in Aswan neemt Peter ook een kamer in ons hotel. Tessa blijft gewoon bij onze kinderen slapen. Ze hoort er al aardig bij. Met zijn allen gaan we aan het eind van de middag een zeiltochtje per falucca maken op de Nijl. Het is een aardige kapitein die ons al een paar keer benaderd had om een stukje mee te varen. Aan boord krijgen we thee en we zeilen een stukje uit de stad naar wat rustiger vaarwater. Als we wat meer tijd zouden hebben zou het leuk zijn om een paar daagse tocht te maken, maar nu willen we graag eindelijk weer eens gaan rijden.

Nadat we de dag erna de laatste formaliteiten hebben afgehandeld mogen we eindelijk onze auto’s van het haventerrein rijden. Bij het hotel pikken we iedereen op en gaan daarna nog geld halen, een doos Stella- bier kopen, nog wat laatste boodschappen doen en voltanken. Dat is hier nog leuker dan in Soedan: een liter diesel kost hier maar 13 eurocent! We verlaten Aswan en rijden een kilometer of twintig naar het noorden, waar we via een nieuwe brug de Nijl oversteken. Even verderop is Adams Camp, een nieuwe camping, waar we gastvrij onthaald worden en eindelijk weer eens onder de sterrenhemel kunnen kamperen.

Met een militair konvooi naar Luxor

Officieel moeten we met een door politie en militairen begeleid konvooi mee naar Luxor, waar we ons netjes aan willen houden. Dat betekent dat we de volgende ochtend om acht uur weer in Aswan moeten zijn om ons op te stellen. Er zijn twee konvooien, één rechtstreekse en één die stopt bij twee toeristische attracties. Het eerste konvooi vertrekt fullspeed en ook het tweede konvooi waar we ons bij aangesloten hebben rijdt erg snel. Al na tien minuten zijn we ze kwijt. Er rijdt nog wel een politieautootje achter ons, maar meer stelt het niet voor. We moeten zelf de weg zoeken en bij de eerste toeristische attractie aangekomen, de grote Kom Ombo-tempel, blijkt dat de rest van het konvooi alweer op het punt staat te vertrekken. Er is geen tijd meer om de tempel te bezoeken. Kwaad sluiten we ons maar weer aan, want het is ons inmiddels wel duidelijk geworden dat je in Egypte niet zo makkelijk met de politie kunt spotten en dingen kunt regelen als in sub-sahara Afrika. Deze jongens zijn van het type, snel kapsel, snor, stoere donkere zonnebril en een opklapbaar Heckler & Koch machinegeweer op de heup: bevel is bevel.

Via Edfoe, een juweeltje van een tempel, naar Luxor

Bij de volgende tempel, Edfoe, zijn we ook een stuk later dan de rest, maar hebben toch nog ruim een uur de tijd om hem te bezoeken. Wat lang genoeg is.

De tempel van Edfoe is een jonkie, na 180 jaar bouwen, net voor het jaar nul afgebouwd. Waarschijnlijk daardoor, en omdat het grotendeels onder het zand was verdwenen, is het nu de meest intacte tempel in Egypte. Vooral de 36 meter hoge ingangspoort maakte op ons veel indruk. De kids genoten van alle geheime gangetjes, trappen en zuilengalerijen en waren ook erg nieuwsgierig naar alle uitgehouwen hiërogliefen en reliëfs van allerlei dagelijkse bezigheden van de oude Egyptenaren.

Na deze prachtige tempel bezocht te hebben rijden we de eerste vijf kilometer weer achteraan in het konvooi. Maar al snel zijn ze er weer vandoor. In ons eigen tempo sukkelen we verder naar Luxor. Bij de controleposten worden we zonder problemen doorgelaten. In Luxor verbazen we ons weer over de enorme hoeveelheden cruiseboten en toeristen. Ook de zogenaamde toeristenpolitie zie je hier overal. We checken in bij het Rezeiky hotel waar we ook James en Genevieve weer treffen. We kunnen hier prima kamperen en gebruik maken van, jawel: een zwembad! De auto staat nog niet stil of de kinderen hebben hun zwembroeken al aangetrokken en in het water gedoken. Ook wij nemen een duik, lekker relaxen, biertje drinken en eten ’s avonds in het bijbehorende restaurantje hamburgers, frites en zelf meegebrachte mayonaise. De dag daarna is het weer de hoogste tijd voor schoolwerk, wassen, water vullen, en nog een tiental klusjes. ‘s Middags s weer lekker het zwembad in en daarna borrelen en eten.

3400 jaar oude tempelcomplex Karnak

De volgende ochtend staan we tijdig op om het vlakbij gelegen 3400 jaar oude tempelcomplex Karnak te bezoeken. Wij nemen Tessa mee, Stijn blijft bij Peter. We staan versteld van de grootte en schoonheid van het complex maar ook weer van de hordes toeristen die hier al zwetend onder begeleiding van een gids in snel tempo het verplichte rondje afwerken. Wij doen het rustig aan en laten de zuilen, obelisken, beelden en hiërogliefen zo rustig mogelijk op ons inwerken. We zijn blij met ons Nederlandstalige reisgidsje, dat we in Aswan gekocht hebben, anders is het maar moeilijk wijs worden uit al die verschillende tijdperken, dynastieën, bouwstijlen, etc.

Hamburgers en schoolwerk

Per paardenkoetsje laten we ons terug brengen naar Rezeiky waar we het de rest van de middag rustig aan doen. Aan het eind van de middag bezoeken we nog het centrum van Luxor met als voornaamste doel om even gratis te Wifi-internetten bij de McDonald’s. Er moer weer het nodige schoolwerk verstuurd worden naar de wereldschool. De ijskoud gekoelde hamburgertent ligt pal tegenover de tempel van Luxor met uitzicht over de Nijl, kortom geen straf om daar even te zitten.

Vallei der Koningen

De laatste dag in Luxor bezoeken we met onze auto de bekende Vallei der Koningen aan de overkant van de Nijl. We nemen Tessa weer mee en ook Stijn is deze keer van de partij. Behalve de tombes van bekende farao’s als Ramses, Seti en Toetanchamon zijn hier ook een aantal grote tempels. We maken een keuze uit een aantal plekjes die we willen zien, alles bezichtigen is echt onmogelijk. Het is al snikheet als we aankomen bij de Deir El-Bahari tempel. Hier ontmoeten we toevallig James en Genevieve weer die hier al voor de tweede dag rond hobbelen. Het is een prachtige tempel gebouwd rond 1473 v. Chr., door Hatsjepsoet, de enige vrouw die lange tijd over Egypte geheerst heeft. Bijzonder detail is dat na haar dood haar broer aan de macht kwam en alle afbeeldingen van haar heeft laten vernielen.

Afgesneden piemels

In de vallei der koningen bezoeken we drie tombes. Verreweg de meeste tombes zijn trouwens gesloten voor het publiek. Voor de tombe van Toetanchamon moet je 10 euro extra betalen dus die slaan we maar over. De tombes zijn uitgehouwen in de bergen en via lange smalle gangen en trappen mag je zelf de weg zoeken naar de grafkamers. Foto’s maken mag niet maar ik neem er toch een paar stiekem zonder flits. Leuk en spannend dus. Aan het eind van de middag lopen we nog even rond in de tempelstad Madinet Haboe. Alweer zo’n schitterend bewaard enorm tempelcomplex, dat 2500 jaar lang gebruikt is, als laatste tot in de 9e eeuw na Christus door Koptische christenen. Leuke is hier dat we de enige bezoekers zijn en ongestoord kunnen rondlopen langs de vele tempels, paleizen, kapellen, beelden en schilderingen. De kinderen zijn vooral onder de indruk van een muurschildering waarin soldaten de afgesneden piemels van hun vijanden laten zien aan hun farao, als bewijs van hun overwinning.

Volgeladen met fruit, groente, diesel en bier naar de White Desert

Terug in Luxor, na deze lange, cultureel zeer verantwoorde, duiken we snel het zwembadje in en gaan ’s avonds weer lekker uit eten en een paar grote flessen Stella-bier drinken. Bij de lokale souvenirshop laten we voor de kinderen T-shirts maken met hun naan er op in hiërogliefen. Via de eigenaar van het hotel hebben we een paar trays bier besteld. Ondanks dat bier niet verboden is in Egypte is het toch heel lastig om aan te komen.

Volgeladen met fruit, groente, diesel en bier steken we de volgende dag wederom de Nijl over en rijden via een prima asfaltweg de grote westelijke woestijn van Egypte in. Al snel rijden we in een eindeloos leeg landschap met alleen zand, grind en stenen. Af en toe zijn er controleposten waar onze (Egyptische) kentekens worden geregistreerd en waar we steeds moeten vertellen met hoeveel personen we zijn, waar we vandaan komen en waar we heen gaan. Ongeveer veertig kilometer voor de grote Kharga oase, verlaten we de asfaltweg. We parkeren we de auto’s een paar kilometer verderop tussen bergen en zandduinen en genieten van alweer zo’n prachtige zonsondergang.

Bierkip op het menu

De dag erna rijden we via uitgestrekte oases naar El Kharga. In deze oase-plaats worden we door de politie het stadje door begeleid. Een beetje vreemd vinden wij, maar lastig zijn ze niet, zelfs niet als we in het stadje stoppen om wat boodschappen te doen, een colaatje drinken en bevroren kippen kopen. Aan de rand van de stad mogen we weer alleen verder en rijden we de woestijn weer in. Na een paar uur rijden verlaten we de weg weer en zoeken een mooi plekje tussen wat heuveltjes voor de nacht. Die avond staat bierkip op het menu, een nieuw gerecht uit zuid Afrika, waarvoor Peter een speciaal hulpstuk bij zich heeft. Het is een gewoon barbecuerooster met in het midden een metalen potje waarin precies een bierblik past. Het bierblikje drink je eerst halfleeg. Hierover wordt de kip geschoven waarna het er uit nogal horror-achtig maar toch ook wel komisch uitziet. Boven het braaivuur wordt het aan de buitenzijde gegrild en aan de binnenzijde met bier gaar gestoomd. Een mooi principe maar ons vuur is wat aan de kleine kant waardoor het erg lang duurt. Maar we hebben wel gelachen.

Kasa lekt steeds meer koelwater

Als we de volgende ochtend in Dakhla stoppen voor wat vers brood zien we toch wel erg veel water onder de auto vandaan lopen. Het kleine lekje is een groot lek geworden. We proberen te achterhalen waar het lek vandaan komt, het lijkt uit de pakking van de waterpomp te komen. Bij een benzinestation iets verderop mogen we de auto in een smeerloods zetten om te kunnen sleutelen. Als een echt monteursteam halen Peter, Tessa, Bien en ik in snel tempo de waterpomp er uit, snijden en boren nieuwe pakkingen en monteren de pomp weer. Binnen twee uur kunnen we weer starten. Maar… helaas, het lekt nog harder dan eerst! De pomp er maar weer uit gehaald en eens echt goed bekeken. Hij lekt niet via de pakking maar via een lekgaatje dat bedoeld is om te voorkomen dat lekwater in de lagers kan komen. Oftewel een lekkende keerring. In een werkplaatsje vlakbij proberen we nog de pomp open te laten maken maar na wat gekloot met krikken en kettingen kunnen we het niet meer aan zien. Voordat de pomp echt kapot is, nemen we hem weer mee en monteren hem weer. We vullen wat extra jerrycans om water te kunnen bijvullen.

Spectaculair maanlandschap van bizar gevormde witte kalksteenformaties

Het is al bijna donker als we het tankstation verlaten. We bedanken de vriendelijke mensen hier en rijden het dorp uit. Net buiten de oase, bij een kunstmatig meer, tussen een paar zandduinen vinden we een prima plekje voor de nacht. Moe van het sleutelen in de hitte gaan we na het eten vroeg naar bed. Ook de volgende dag rijden weer door grote oases en stukken prachtige woestijn. De hitte is ongelofelijk maar toch genieten we er van. In de verte zien we eindeloze zandzeeën die doorlopen tot in ver na de Libische grens, zo’n 250 kilometer naar het westen. Aan het eind van de middag bereiken we de prachtige witte woestijn, de belangrijkste reden waarom we deze lange omweg maken naar Cairo. En het blijkt gelukkig de moeite waard. We rijden door een spectaculair maanlandschap van bizar gevormde witte kalksteenformaties, lang geleden ontstaan toen hier een binnenzee was. Na een paar kilometer zoeken we een plekje voor de nacht en genieten weer van een prachtige zonsondergang. Niet te beschrijven, de foto’s zeggen hopelijk genoeg. ’s Avonds is er nog een leuke verassing. Een paar woestijnvosjes die vlak bij hun schuilplaats hebben komen ons bezoeken. Als we wat eten op een paar meter van ons af leggen komen ze het gewoon, heel brutaal, weghalen. Een heel leuk gezicht.

Tessa en Pieter mogen de volgende ochtend hun stuurmanskunsten vertonen. De twee schildpadjes, Kasa en Stoffel, voeren een soort balletdans uit door dit mooie landschap. Daarna verlaten we de witte woestijn en rijden verder naar het noorden.

Wassen bij een warmwaterbron

Na vier dagen woestijn wordt het wel weer eens tijd voor een douche. Net buiten de Bahariyya Oase vinden we een eenvoudig, goedkoop maar keurig guesthouse, het Eden Garden, waar we onder hoge bomen mogen kamperen. Naast de camping is een warmwaterbron waar de hele dag heerlijk warm water uit stroomt. We kunnen ons zelf en onze kleren weer eens allemaal lekker wassen. Het mooie van de woestijn is dat als je begint je kleren op te hangen aan de lijn, ze bij wijze van spreken al droog zijn als je je laatste onderbroek ophangt. We moeten de volgende ochtend de bewaker wakker maken als we willen vertrekken. Hij slaapt nog, ondanks dat er twee vrachtwagenmotoren vlakbij zijn hutje staan warm te draaien.

Verkeerschaos in Cairo en weerzien met bekenden

We betalen en vertrekken richting Cairo. De weg is nogal saai omdat het eigenlijk gewoon een vlakke grindwoestijn is. In de buurt van Cairo zien we steeds meer olievelden. De hele woestijn wordt overhoop gehaald voor het zwarte goud, overal zijn kleine boortorens en jaknikkers te zien. Ongeveer twintig kilometer voor Cairo beginnen de eerste woon- en industriewijken. De weg wordt steeds drukker en chaotischer. Van rechts inhalend verkeer of zelfs spookrijders moet je hier niet vreemd opkijken. En dan opeens, rijden we langs de piramides van Gizeh. Ze zijn nog groter en imposanter dan we ons voorgesteld hadden. Niet ver van de piramides vinden we, dankzij T4A (Tracks for Africa), in een druk woonwijkje met vieze stinksloten, de enige camping in deze stad van zowat twintig miljoen inwoners. In Salma camp parkeren we naast de kleine landcruiser van James en Genevieve, die dezelfde weg vanaf Luxor hebben genomen maar er twee dagen korter over gedaan hebben. Het is weer een leuk weerzien en Pieter vindt het leuk om weer Engels met hen te kletsen.

De ongelofelijke piramides

Samen met Peter en Tessa we de volgende ochtend met Kasa de piramides bezoeken. Er is een strenge controle bij de ingang van het terrein. Het komt zelfs een explosieven-speurhond in de auto en alles en iedereen moet door detectiepoortjes. Het toerisme is erg belangrijk voor de Egyptische economie en ze zijn als de dood voor nog meer aanslagen zoals die in Luxor een aantal jaren geleden. Werkelijk overal, bij elke toeristische attractie stikt het van de politie.

Als eerste bezoeken we de bekendste en grootste piramide, die van Cheops. Pas als je er naast staat besef je hoe enorm groot hij is en wat een gigantische klus het moet zijn geweest dit 4500 jaar geleden te bouwen. Hier zijn 100.000 mensen 20 jaar mee bezig geweest! Met de stenen van deze piramide kun je een halve meter dikke muur van anderhalve meter hoog bouwen om heel Frankrijk.

Tessa, de kinderen en ik gaan nog even in de piramide om de graftombe te bekijken. Behalve de buitenste sarcofaag is er in de grafkelder niet veel te zien maar de manier waarop de gangen en de grafkelder zijn afgewerkt is ongelofelijk. Naadloos en volkomen vlak en glad zijn ze gebouwd met enorme granieten stenen van tientallen tonnen, die helemaal uit Aswan gehaald werden. We rijden ook nog even langs de twee andere piramides, Chefren en Mycerinos, en uiteraard langs de bekende sfinx zonder neus. Na deze mooie maar over-toeristische attracties rijden we ongeveer dertig kilometer naar het zuiden. Hier lag vroeger Memphis, de oude hoofdstad, en zijn ook een aantal piramides. Bij Dashoer zijn twee piramides. Behalve dat ze veel goedkoper zijn om te bezoeken zijn hier praktisch geen andere bezoekers. Op ons gemak kunnen we er rondlopen en zonder extra kosten de grafkelders bekijken. Nog mooier en spannender dan Cheops. Maar ook veel steilere, smallere, lagere en diepere gangen waardoor we allemaal, behalve de kinderen, de volgende dag spierpijn hebben.

Oeh’s en ah’s in het nationale museum

Bij Cairo hoort uiteraard ook een bezoekje aan het nationale museum. We rijden de volgende ochtend de stad in en omdat het vrijdag is het gelukkig vrij rustig in de stad. Onderweg moeten we nog een keer stoppen om de radiator bij te vullen. Het centrum is eigenlijk heel mooi en westers. Vol met mooie gebouwen en een prachtige boulevard langs de Nijl. In het museum lopen we langs een onvoorstelbare hoeveelheid verschrikkelijk oude en mooie kunstschatten. Het is gewoonweg veel te veel. Na twintig oeh’s en ah’s weet je niet echt meer waar je naar moet kijken. En dan moet je nog langs de schatten uit het graf van Toetanchamon lopen. Vooral het massief gouden dodenmasker, één van de bekendste symbolen van Egypte, is echt heel bijzonder. Maar interessanter zijn de vele gebruiksvoorwerpen die uit het graf tevoorschijn zijn gekomen en de mysterieuze verhalen rond de ontdekking. De mummies van de farao’s slaan we maar over, hier moet namelijk weer flink extra voor betaald worden.

Na 471 nachten Afrika vertrekken we naar Azië

Na deze overdosis cultuur wordt het tijd voor iets heel anders. We rijden naar een enorme Carrefour-supermarkt, aan de noordkant van de stad. Alle hamburger- en pizzaketens zijn hier vertegenwoordigd en de supermarkt is één van de uitgebreidste die we tot nog toe deze reis gezien hebben. De karretjes en de buikjes worden flink volgeladen. We verlaten Cairo en vlak voor Suez vinden we in een rivierbedding in de woestijn een rustig kampeerplekje. We zijn net op tijd om te genieten van onze laatste zonsondergang op het Afrikaanse continent. Een bijzonder moment toch wel. Na onze 471e nacht op dit continent vertrekken we naar Azië.

Eerst rijden we langs Suez op zoek naar een waterpomp. Na best lang zoeken, maar wel met hulp van diverse vriendelijke mensen, vinden we een nieuwe waterpomp. Weliswaar geen originele Mercedes pomp, maar wel voor maar zeventig euro. Achter op een motorfiets laat ik me met de waterpomp op schoot, toch een best groot zwaar ding, dwars door het drukke verkeer terug naar de auto’s brengen. Als vrachtwagenrijder vind ik het maar doodeng om op zo’n klein fietsje met gigantische snelheid, uiteraard zonder helm, door het verkeer te racen.

Blij met onze pomp rijden we even later via de tunnel onder het Suezkanaal door. Hier eindigt Afrika en begint Azië in de Sinaï woestijn. Het eerste stuk langs de Rode Zee is een beetje saai maar het laatste deel dat we vandaag rijden gaat dwars door de hoge rode bergen van de Sinaï. In een diepe kloof met een mooi uitzicht op hoge bergen parkeren we de auto’s voor de nacht. Wederom een prachtig en rustig plekje onder de sterrenhemel. Helaas word ik die nacht behoorlijk ziek en moet Jacobine ons de volgende ochtend verder rijden. We rijden naar het St. Catharina-klooster, onder aan de berg waar, volgens de verhalen, Mozes de tien geboden heeft ontvangen. Ik blijf ziek achter in de auto, de rest gaat de berg beklimmen. Een pittige klim van 3000 treden, op het heetst van de dag.

Relaxen en voetbal kijken in Dahab

Vervolgens rijden we naar Dahab, een toeristisch kustplaatsje aan de Rode Zee. Via de sms hebben van James een waypoint ontvangen van een camping. Bij de Crazy Camel ontmoeten we elkaar weer, ik schat zo’n beetje de twintigste keer sinds Addis Abeba. Ook ontmoeten we hier twee Nederlandse jongens, Pieter en Jan, die onderweg zijn in een vierwiel aangedreven VW Transporter. Ze weten nog niet precies waar ze heen willen, Afrika of Azië. Dahab blijkt een relaxed plaatsje te zijn waar je prima kunt eten, drinken, voetbal kijken (het EK is begonnen) zwemmen, snorkelen en… duiken.

Duikavonturen met goede afloop

Na een dag of twee ben ik voldoende hersteld (inmiddels heeft Jacobine hetzelfde virus) en ga met Pieter, Janne en Tessa beginnen aan een Padi Open Water cursus. Onze Nederlandse instructrice, Dorien, wil het best proberen met Janne. Janne is weliswaar al tien jaar, maar natuurlijk toch nog wel best klein. Ze kan haar duikflessen en loodgordels nauwelijks zelf dragen. Ook zijn er helaas geen goede duikpakken in haar maat, waardoor ze het in het toch best wel koude water snel onderkoeld raakt. Eerst moeten we diverse video’s bekijken en schriftelijke testjes doen. De kids snappen de theorie best goed en de vragen worden allemaal goed beantwoord. Dit vinden ze veel leuker dan echte school. De eerste duik in zee lukt het met Janne niet echt met de praktijkoefeningen. Het is ook best eng om de eerste keer onder water het mondstuk, waardoor je ademt, uit je mond te moeten halen. Maar gelukkig kan Dorien regelen dat we de volgende dag de eerste oefeningen in een zwembad kunnen doen. Hier lukt het allemaal wel en kunnen we ’s middags onze eerste echte duik doen. Ook nu weer voornamelijk oefeningen doen. Janne heeft nog veel moeite met ‘klaren’ maar ze krijgt wel al iets meer vertrouwen. Ook Pieter en Tessa hebben hier af en toe problemen mee. De volgende dag doen we een tweede duik langs een koraalrif. Nu lukt het klaren beter en gaat Janne tot ruim tien meter diepte. Door haar slecht zittende pakje krijgt ze het helaas al snel te koud. Ik zwem samen met haar terug naar de kant. Maar ze is geslaagd: Janne is nu een Junior Scuba Diver! Met Pieter en Tessa gaat het heel goed. Pieter voelt zich al heel erg op zijn gemak onder water en maakt salto’s en loopings onder water. De volgende dagen doen Pieter, Tessa en ik het vervolg van de cursus. De derde duik is langs een mooi rif in open zee maar door de wind en de wilde branding is het zicht onder water helaas erg slecht. Hierdoor en door de sterke stroom zwemmen we eigenlijk de verkeerde kant op. Hierdoor moeten we op een onbedoelde, erg lastige plaats de zee uit klauteren. Ik haal zowel mijn handel als schenen open aan het vlijmscherpe koraal als ik probeer Pieter uit de zee te trekken. Een heel avontuur dus. De vierde duik is gelukkig een stuk rustiger en ook meteen de mooiste. We zien tientallen soorten prachtig gekleurde vissen, maar ook het koraal is heel mooi gevormd en gekleurd. Na een best pittig schriftelijk examen waarin Pieter toch maar drie foutjes heeft gemaakt zijn we allemaal geslaagd. Pieter is nu een Junior Open Water Diver.

Elf dagen vakantiestemming in Dahab

Ondertussen zijn James en Genevieve vertrokken, nu echt. Hun geld is op en ze willen proberen zo snel mogelijk terug naar Engeland te rijden. Ook is het EK voetbaltoernooi volop gestart en zien we de ene na de andere mooie overwinning van het Nederlandse elftal. ’s Avonds eten we altijd bij hetzelfde eettentje. Niet aan de boulevard maar een beetje achteraf, lekker eenvoudig en goedkoop. Vooral de pizza’s hier zijn heerlijk. Vlak naast de Crazy Camel is een supermarktje waar alles te koop is. Het weer is hier ook altijd goed en vlakbij is de Lighthouse, één van de mooiste en makkelijkste snorkelplaatsen van de Rode Zee. Kortom: een prima plekje. We blijven er dan ook elf nachten staan. Behalve duiken en snorkelen, doen de kinderen ook heel veel schoolwerk. Op een paar weken na zijn ze nu klaar met het schooljaar. Verder schroeven we de nieuwe waterpomp er in en doen allerlei kleine onderhoudsklusjes. Bij de Heineken boot, een grote kroeg vlakbij, kijken we naar de EK wedstrijden van Nederland tegen Italië, Frankrijk en Roemenië . Alle wedstrijden worden dik gewonnen en dus voor ons en de vele andere aanwezige Hollanders dik genieten. De laatste avond gaan we bij een souvenirwinkeltje om de hoek een waterpijp proberen. Smaakt niet slecht eigenlijk, dus laat ik me verleiden er één te kopen.

Het valt dan ook niet mee om na elf dagen weer in beweging te komen. Het visum voor Egypte begint al bijna te verlopen, tijd om te vertrekken. We slapen nog één nachtje in Egypte. In Nuweiba bij het Amon Yahro Camp, ook helemaal geen foute plek overigens. Pal aan zee onder de dadelpalmen.

Duurste overtocht van de reis

De volgende ochtend staan we tijdig op om de boot naar Jordanië te halen. Eerst gaan we de dieseltanks vullen met goedkope Egyptische diesel, 13 eurocent per liter. Dit financiële voordeeltje wordt overigens meteen teniet gedaan als we kaartjes voor de boot moeten gaan kopen. Kinderen moeten hier ook vol tarief gerekend. Bij elkaar zijn we bijna 800 US-dollar kwijt voor een pont van ongeveer twee uurtjes varen. En dat alleen maar omdat we met een Israëlisch stempel in ons paspoort anders Syrië niet in zouden mogen rijden. De formaliteiten op het haventerrein duren ook nog eens eindeloos. Er moeten weer talloze formulieren ingevuld worden, chassisnummers nagekeken, kentekens inleveren, stempeltje hier, zegeltje daar, etc, etc. Om een uur of één zijn we klaar maar dan blijkt de boot niet om twee uur te gaan maar pas om een uur of zeven ’s avonds!  Weer wachten dus. Uiteindelijk mogen we tegen zessen achteruit de boot oprijden en verlaten we een uurtje later Egypte.

Resumé

Ondanks de belachelijke hoge kosten die we hebben moeten maken om het land in te komen en te verlaten is Egypte ons heel erg meegevallen. Ondanks de enorme bureaucratie en grote hoeveelheid checkpoints hebben we nergens echt problemen gehad en zijn ze altijd correct. Ook de Egyptenaren zelf zijn erg vriendelijk en respecteren onze privacy. Overal werden we vriendelijk toegezwaaid maar nergens worden we lastig gevallen. De landschappen en kunstschatten zijn overweldigend. Het zijn er gewoon te veel om in een paar weken te bezoeken. Ook onder water was Egypte schitterend, nergens hebben we zulk mooi koraal en zo’n verscheidenheid aan onderwaterleven gezien. Zelfs Jacobine werd enthousiast en dat wil wel wat zeggen hoor! Egypte is een land dat, gesteund door de Amerikanen maar ook dankzij het toerisme snel aan het ontwikkelen is. Van moslimfundamentalisme hebben wij niets gemerkt, integendeel. We hebben alleen maar heel tolerante mensen ontmoet. Maar het probleem bestaat ongetwijfeld echt en ontstaat uit onvrede en frustratie. In Dahab sprak ik een Engelsman er bij was toen drie zelfmoordenaars zichzelf ’s avonds laat opbliezen op de boulevard van Dahab. De gaten in de straat zijn nog steeds zichtbaar. Hij raakte zelf gewond en verloor een vriend. Als je zo’n verhaal hoort, de man was er nog altijd erg geschokt door, en dat afzet tegen de ervaringen die je zelf opdoet, dan kan het toch niet anders zijn dat de mensen die dit soort dingen doen niet alleen gehersenspoeld zijn maar ook totaal niet beseffen dat ze door de overgrote meerderheid van de bevolking totaal niet gesteund worden.

Alle foto's op een rijtje:

100