15 Burundi

18 mei 2012 – 20 mei 2012
Bliksembezoek met Primus bier


Aan welke kant van de weg rijden ze hier?

Na de Tanzaniaanse grens houdt het asfalt onmiddellijk op en rijden we over een modderpaadje verder. Bij een huisje met soldaten langs de weg moeten we alle gegevens in het grote boek laten zetten.  Immigratie en douane blijken hier nog niet te zijn, die zijn pas twintig kilometer verderop bij het eerste dorp. We tuffen dus maar weer voorzichtig verder over het steile bergpaadje. We passeren enkele verlaten vluchtelingenkampen die zo te zien gebruikt zijn voor de opvang van naar Burundi terugkerende vluchtelingen. Gelukkig zijn deze kampen nu niet meer in gebruik. Het enige andere verkeer zijn fietsers en brommers en wat ons opvalt, is dat de tegemoetkomende fietsers ons allemaal aan de linkerkant proberen te passeren. Langzamerhand beginnen we te vermoeden dat Burundi wel eens een land zou kunnen zijn waar ze rechts rijden. Het lijkt ons niet zo logisch hier in Oost Afrika maar, aan de andere kant, het was natuurlijk ooit een Belgische kolonie.

Filmpje

In Mabanda worden we doorgestuurd naar de immigratie en de douane. We kiezen voor een transitvisum voor drie dagen omdat echte visums heel erg duur zijn en omdat het maar een klein land is. Nadat we de visums hebben betaald en het carnet hebben laten afstempelen vragen we toch maar eens voor de zekerheid aan welke kant men in dit landje rijdt. Dat blijkt hier inderdaad rechts te zijn en ook in het volgende landje, Rwanda, zullen we rechts moeten rijden. Nadat we door Mabanda zijn gereden komen we weer op een asfaltweg. We zitten inmiddels weer aardig hoog in de bergen. Door flarden mist rijden we via een spectaculaire weg terug naar beneden naar het Tanganyikameer. Wat ons opvalt in Burundi ten opzichte van Tanzania zijn vooral de enorme hoeveelheden mensen op de weg. Het is hier echt dichtbevolkt. Een ander ding wat meteen opvalt, is dat het hele land gecultiveerd is. Elke vierkante meter lijkt wel benut. En als er geen huizen of mangobomen staan, staan er wel koffie- en bananenplanten, suikerriet, rijst, palmoliebomen, mais, etc.

Op zoek naar een overnachtingsplek

Omdat het land ook nog eens zo enorm vruchtbaar is, we zitten hier tenslotte vlak onder de evenaar en de regentijd is nog niet afgelopen, is werkelijk alles prachtig groen. Door dit overweldigende groen, de vele bloemen en ook nog eens de prachtige gekleurde jurken en panen die de vrouwen dragen krijg je eerder het idee ergens in zuidoost Azië te rijden dan in Afrika.

Het wordt ons inmiddels duidelijk dat we vandaag nooit de hoofdstad Bujumbura gaan halen. Domweg omdat het gewoon zo druk met wandelaars en fietsers op de  weg is dat we nauwelijks harder dan dertig kilometer per uur durven te rijden. Campings zijn er niet in het land en aangezien het zo dichtbevolkt is lijkt wild kamperen ook niet echt een optie. Als we al een klein uurtje over de kustweg langs het Tanganyikameer rijden zien we langs de weg aan een strandje een hotel, Hotel Nyanza Lac. Op goed geluk vragen we in ons beste Frans of we daar mogen staan voor een nachtje. Geen enkel probleem zegt de manager, er zijn toch nauwelijks andere gasten. Uiteraard wel even moeten onderhandelen over de prijs en vooral de koers van de dollar aangezien we nog geen Burundese franken hebben. Klein hindernisje is alleen de toegangspoort die maar drie centimeter breder is dan onze auto. Het lukt uiteindelijk toch om daar binnen te komen al hebben we, omdat de weg niet echt vlak was, er wel een zwarte streep en een deukje bij. Voor eventuele volgende overlanders hebben we de toegang wat breder gemaakt zeg maar. Uiteraard hebben we veel belangstelling van het personeel. Zoveel toeristen komen hier niet en zeker niet met een vrachtwagen en ook nog eens met kinderen. We gaan nog even zwemmen in het meer en drinken een ijskoude sundowner op het strandje. Ze hebben hier Primus bier. Een wereldberoemd biertje in Centraal Afrika, vooral vanwege de inhoud van de flessen: 72 cl! Het is van oorsprong een Belgisch bier maar wordt nu door Heineken gebrouwen in Kongo, Burundi en Rwanda.

Belgische koekjes, salami, kaas en mayonaise

De volgende ochtend rijden we op ons gemak naar Bujumbura waar we eerst maar eens wat geld uit de muur gaan trekken. Overigens blijken we gisteren bij het hotel nog flink getild te zijn omdat de koers van de dollar niet 1000 BRF blijkt te zijn maar bijna 1500 BFR. Maar goed, het was wel een lekker biertje. Bujumbura blijkt een naar Afrikaanse maatstaven vrij georganiseerde, schone stad te zijn zonder verkeersopstoppingen. We parkeren Kasa midden in de stad voor een bakker en terwijl de rest van de familie in de auto gaat lunchen gaan Pieter en ik op zoek naar andere belangrijke etenswaren.

Een grote supermarkt kunnen we niet vinden maar wel zijn er diverse kleine kruideniertjes waar tot onze verbazing de meeste luxe artikelen uit België blijken te komen. Blijkbaar is er nog steeds een handelsconnectie met de oude kolonisator. Beladen met Belgische koekjes, salami, kaas en mayonaise rijden we aan de noordkant de stad weer uit op zoek naar een plekje voor de nacht.

Primus brouwerij

Toevallig rijden we de langs de enorme Primus brouwerij en ik kan het toch niet laten om te stoppen en vragen of we de brouwerij niet kunnen bezichtigen. Met wat geluk kom ik met Peter naar binnen maar omdat het zaterdag is wordt er niet gewerkt en kunnen we helaas niet de fabriek bekijken. Wel ontmoeten we toevallig de marketing manager (of zoiets) en hebben een leuk gesprek met hem. Omdat de fabriek van Heineken is, is hij ook een paar keer in Amsterdam geweest. Uit zijn kantoor haalt hij een Primus T-shirt voor ons, helemaal leuk.

We rijden verder langs het meer richting Kongo dat hier om de hoek ligt.  Aan het strand moeten een aantal resorts zijn hebben we gehoord.  Meteen al aan het begin langs de kustlijn zien we Pizzeria Pasta Comedia waar we op goed geluk maar eens gaan vragen of er mogen overnachten. Het Italiaans/Burundese stel dat de zaak runt vindt het geweldig en we mogen voor niets op de parkeerplaats van het restaurant staan. Hetzelfde verhaal weer, zoiets hebben ze nog nooit gezien. Bij het restaurant hoort ook een zwembad en een strand en de rest van de middag is het dus lekker relaxen.

Italiaanse pizza en Engels voetbal

Het is onze 18e trouwdag! Ter ere hiervan gaan we ’s avonds een echte Italiaanse pizza eten. Bovendien is vanavond de finale van de Champions League en is er een groot scherm opgehangen. We ontmoeten ’s avonds bij de pizzeria nog een aantal mensen die in Bujumbura leven en werken. De meesten werken hier voor een aantal jaren als hulpverlener. Er wordt nog steeds veel hulp geboden vanuit het buitenland om het land er weer boven op te helpen na de afschuwelijke genocide die ook hier heeft plaatsgevonden. Veel energie is er in gestoken om de daders van toen op te sporen en te straffen. Nu is de belangrijkste taak van de hutu’s en de tutsi’s een gelijkwaardige en eerlijke verdeelde toekomst te bieden waarin hopelijk geen nieuwe voedingsbodem zal ontstaan voor nieuwe onlusten.

Tot grote vreugde van de Burundezen wint Chelsea de wedstrijd, zeker als Drogba, de held van Afrika, de beslissende strafschop er in knalt. De hele nacht horen we supporters door de straten hossen en toeteren met hun fufuzela’s.  Net als in de rest van Afrika is op één of andere manier vooral het Engelse voetbal razend populair. Op bijna elk taxibusje zie je wel een grote Manchester- of Chelsea-sticker. Veel jongens dragen de bijbehorende voetbalshirts.

Fietslifters en kachel aan op weg naar de grens

De volgende dag rijden we naar de grens met Rwanda, maar een paar uur rijden. Het gaat voorbij Bujumbura vooral weer bergopwaarts en achter elke vrachtwagen hangen wel een paar waaghalzen die zich per fiets omhoog laten meeslepen. Ook wij hebben er een paar achter ons hangen en omdat we toch niet zo snel gaan vinden we het wel grappig.  Jammer alleen dat we achteraf zien dat ze ook een paar reflectors van de auto hebben afgetrokken.

We klimmen steeds hoger en ook het weer wordt er niet beter op. Af en toe is het erg mistig en valt er een beetje regen. De kachel staat weer aan in de cabine!

Bij de grens gaan de formaliteiten snel en efficiënt, binnen een kwartier mogen we door het hek richting Rwanda.

We zijn maar een paar dagen in het landje geweest maar hebben er wel een heel positieve indruk gekregen. De natuur is overweldigend mooi, vooral erg groen en de mensen zijn vriendelijk en laten je met rust. Er komen hier in tegenstelling tot Rwanda vrijwel geen toeristen en dat maakt het misschien ook extra bijzonder.

Je kunt je werkelijk niet voorstellen dat zo’n rustig, vriendelijk volk zoveel en zulke wrede moordenaars heeft kunnen voortbrengen. Van de tegenstellingen hebben wij in ieder geval niets meer gemerkt maar vergeten zullen de mensen het voorlopig zeker niet.

Alle foto's op een rijtje:

122