13 Zambia

2 mei 2012 – 11 mei 2012
Langs de Zambezi


Overnachten naast een gevangenenkamp

De grensovergang naar Zambia duurt wat langer dan we gewend zijn inmiddels en is vooral ook een stuk duurder. We mogen echter niet te hard klagen want de vergeleken bij de vorige reis is men veel milder ten aanzien van vrachtwagens van toeristen zoals wij geworden. We hebben dat ook al in andere landen ervaren en dat is een goede ontwikkeling. We hoeven nu maar 25 US dollar wegenbelasting te betalen en dat is voor een onbeperkt aantal kilometers. Wel komt daar nog een onduidelijke milieubelasting bij gebaseerd op de motorinhoud, maar goed.

Als we uiteindelijk de brug over de Zambezi mogen oversteken is het al te laat om helemaal naar Livingstone te rijden. We rijden zover mogelijk totdat het donker wordt en slaan dan een zijweggetje in richting de Zambezi. Na een kilometer of acht vinden we afgraving langs de weg en gaan daar lekker eten en slapen. Op de achtergrond horen we de Zambezi door het dal denderen. De volgende ochtend rijden we verder richting de Zambezi en al snel blijkt dat we pal naast een gevangeniskamp hebben geslapen. Het ziet er allemaal niet zo heel erg eng uit, er zijn vooral een heleboel jongens in oranje jasjes een stuk land aan het bewerken. We stappen uit om naar de rivier te lopen en maken met een vriendelijke man die al snel ook een gevangene blijkt te zijn. Hij leidt ons een beetje rond langs de rivier die op een heel hoog peil staat momenteel. De oevers zijn helemaal ondergelopen. De man blijkt al elf jaar gevangen te zitten voor het assisteren bij een autodiefstal (zegt hij) en hij moet nog een jaar. De laatste jaren van zijn straf mag hij hier zitten, een prima plek waar lichtgestrafte gevangenen vooral bezig zijn de groenten en dergelijke voor zichzelf te kweken en mensen als hij assisteren. Hij beweert zelfs dat hij af en toe met de auto van de gevangenis naar de stad rijdt om te tanken. Echt bewaking lijkt er niet te zijn en uiteraard vragen de kinderen hem waarom niemand wegloopt. Waarschijnlijk zou dat heel onverstandig zijn, wie weet wat voor straf daar op staat?  Eén van de gevangenen heeft net een tigerfish uit de rivier gehaald en wil daarmee op de foto.

De Victoria watervallen

We nemen afscheid van deze vriendelijke, intelligente man en rijden naar Livingstone, de plaats van de beroemde Victoria watervallen. Als we Livingstone naderen zien we op twintig kilometer afstand al de enorme wolk boven de Victoriawatervallen. Het water dendert met zoveel geweld de honderd meter diepe kloof in dat een deel vervolgens weer een paar honderd meter hoog de lucht in wordt geslingerd.  We doen wat boodschappen in de stad en gaan daarna de watervallen bezoeken. Alweer en lucratieve melkkoe voor de overheid van Zambia want we moeten als buitenlandse toeristen maar liefst 70 US dollar neertellen om de waterval te zien. Maar om nou niet te gaan is ook weer zoiets dus betalen we en in de prijs is in ieder geval een gratis douche inbegrepen.

Door de hoge waterstand zijn de watervallen nauwelijks zichtbaar maar het blijft toch wel de moeite waard. Op de parkeerplaats ontmoeten we nog even Karl-Heinz, een Duitse woestijnvos, die met zijn hond en een mooie Magirus Deutz dit deel van Afrika bereisd (www.benemsi.blogspot.com) omdat zijn business in Libië een beetje stil ligt waarschijnlijk.

Missiepost aan de Zambezi-kloof

De campings hier in de buurt zijn allemaal erg prijzig en op goed geluk slaan we een afslag in waar een klein bordje ‘mission overland camping rapid 14’ staat. Na lang hobbelen over een slecht weggetje bereiken we camping die bij een soort missiepost blijkt te horen. De camping is gratis, bijdragen zijn welkom. Kijk, dat maakt weer een hoop goed vandaag. Bovendien blijkt het een waanzinnig mooie plek te zijn met een mooi uitzicht over de Zambezi-kloof. We kletsen wat met de allemaal erg vriendelijke bewoners hier, allemaal Amerikanen die met zendelingengeld hier prachtig wonen maar ook uiteraard wat projecten doen. Vooral kerken ondersteunen en waterputten boren begrijp ik er uit. Sommigen wonen hier met hun gezinnen. Ze hebben een aantal oude DAF-trucks uit het Nederlandse leger waarvan ze er ook een paar zelf hierheen hebben gereden. Dat schept natuurlijk een band en gespreksstof.  Zie www.overlandmissions.com   De volgende dag maken we aan het eind van de middag een wandeling naar de Zambezi. Hiervoor moeten we de steile kloof afdalen. Prachtig, mooi uitzicht en de kinderen vinden overal botten van buffels, nijlpaarden, olifanten en andere dieren die ooit van de Victoria watervallen zijn gevallen. Dat gebeurt diverse keren per jaar en de mensen uit het naburige dorp komen dan ter plekke de dieren slachten. We horen dat er ook wel eens toeristen hier aanspoelen…

Reparaties en inkopen in Lusaka

De volgende dag kunnen Bien en ik amper lopen van de spierpijn maar we vertrekken toch maar. We nemen afscheid van de vriendelijke mensen die hier vooral voor zichzelf een ideale wereld hebben geschapen zo lijkt het. Maar aan de andere kant hebben we er ook wel bewondering voor en zouden niet met ze willen ruilen. In Livingstone komen we Karl-Heinz weer toevallig tegen die bij dezelfde supermarkt boodschappen heeft gedaan.

Vanaf Livingstone rijden we in twee dagen naar Lusaka, de snel groeiende hoofdstad van Zambia maar voor qua ligging en architectuur net zo saai als de meeste grote steden in Afrika. Lusaka is booming en dat is te zien. Overal nieuwbouw, drukke straten en mooie auto’s. Bijkomend voordeel van de snelle groei van Lusaka is dat er ook een spiksplinternieuwe (Zuid Afrikaanse) Pick ’n Pay is waar werkelijk alles te krijgen is, inclusief een spuitbus slagroom voor Janne’s aankomende verjaardag!  Bij een Mercedes garage laten we de uitlaat lassen die de dag ervoor dwars afgebroken was en die we tijdelijk gerepareerd hadden met een conservenblikje.  Na een rustig nachtje bij de Eureka campsite

verlaten we de Lusaka. Wel nog even een atelier van een kunstenaarscollectief bezocht. Zeer de moeite waard om te zien wat er gemaakt wordt en hoe ze werken.

Tips om boetes te vermijden

Op weg de stad uit nog ruzie gemaakt met een agente die ons een boete wilde geven voor verkeerd voorsorteren terwijl er nergens strepen op de weg staan. Maar goed dat zijn zo van die dingen waar je gewend aan raakt. Afhankelijk van de situatie en de persoon moet je je even flink kwaad maken overtuigd van de onzin van de aanhouding, of je opstellen als domme toerist en je excuses aanbieden, of gewoon doen alsof je ze niet begrijpt en doorrijden, of gewoon niets doen en wachten totdat ze je laten gaan.

Verjaardag aan het Tanganyika meer

We volgen de grote hoofdweg naar het noorden waar de kopermijnen van Zambia en Kongo. De weg is erg druk. Grote vrachtwagens beladen met materieel voor de mijnen en op de terugweg beladen met koper beheersen het wegbeeld. Na een paar uur rijden buigen wij na Kapiri Mposhi af richting het noordoosten en wordt de weg een stuk rustiger. Vanaf hier alleen nog maar vrachtwagens die van en naar Dar es Salaam, Tanzania rijden. In drie dagen rijden we over redelijk goede wegen naar Mpulungu aan het Tanganyikameer, net op tijd om Janne’s veertiende verjaardag te vieren. Eerst rijden we nog even het stadje in om de haven te bekijken, maar dit blijkt niet veel voor te stellen. Via onze T4A kaarten hadden we van tevoren gezien dat je bij de Tanganyika lodge aan het meer kunt kamperen. We volgen de track maar het blijkt echter totaal ongebruikt en overgroeid te zijn. In 4×4 en low-gear hobbelen over enorme stenen via een konijnenpaadje naar de lodge. De term lodge is ietwat overdreven voor hetgeen we aantreffen, maar goed we zijn er. De beheerders zijn niet minder verrast om ons te zien. Zo’n auto hebben ze hier nog nooit gehad! We blijken ook een route genomen te hebben die inderdaad bijna nooit gebruikt wordt. Er is volgens hen een beter pad langs de andere kant van de berg. Gelukkig, hoeven we niet via datzelfde pad terug! Het blijkt een heel primitieve lodge te zijn maar wel heel erg mooi gelegen aan het meer. Het Tanganyika meer is met zijn bijna 700 kilometer lengte het langste en bovendien het één na grootste zoetwatermeer ter wereld. Het meer maakt onderdeel uit van de grote riftvallei die Afrika geologisch in tweeën aan het splijten is. Je hebt meer het idee aan zee te staan dan aan een meer. Volgens de beheerder die hier zelf ook woont met zijn familie is het meer op deze plek bilharzia vrij dus we wagen het er maar op om te gaan zwemmen.

’s Avonds eten we op Janne’s verjaardag frietjes en zelfgemaakte bitterballen, net als bij de vorige reis. Heerlijk! Het is veel werk om te maken maar dan heb je ook wat. Het is al lang donker als we gaan eten. Een bijzonder moment, pal aan dit meer onder een overweldigende sterrenhemel. Over de gehele horizon zijn lampjes zichtbaar. Kleine houten vissersbootjes die met behulp van kerosinelampen aan het vissen zijn.

Grenzen blijven toch een belevenis

De volgende dag nemen we na even gezwommen en gesnorkeld te hebben afscheid van de beheerders van de ‘lodge’. Het andere pad blijkt inderdaad iets beter te zijn maar helaas ook veel langer. Nadat we het asfalt weer bereikt hebben rijden we de riftvallei weer uit terug naar Mbala en vanaf daar via een schandalig slecht weggetje naar de Tanzaniaanse grens. Waarom zijn die grenswegen toch vaak zo bar en boos? Bij de grens staat een hek dat op slot staat. Voetgangers kunnen, zoals bijna overal in Afrika ongehinderd de grens oversteken maar wij niet natuurlijk. Na enig zoeken vinden we iemand die weet waar de grenswachter woont. Die komt een tijdje later en stempelt onze paspoorten uit. Overigens wel na een hele discussie wat de datum is vandaag maar als ik hem de datum op mijn telefoon laat zien gelooft hij tenslotte dat het 11 mei is. Dan is het wachten op de meneer van de douane. Die komt een half uurtje later op zijn brommer aan en is ook degene met de sleutel van het hek. Stempels heeft ie niet maar hij tekent wel het Carnet af wat voor ons prima is natuurlijk. Bij de auto hebben zich inmiddels zo’n honderd kinderen verzameld aan wie Bien Engelse les aan het geven is. Tot tien tellen en dat soort dingen. Ook de topografie van Afrika wordt weer enthousiast ontvangen. De kaart buiten op de auto heeft zijn nut weer eens bewezen.

Uiteindelijk gaat het hek dan toch open en rijden we via een stuk niemandsland naar Tanzania.

Alle foto's op een rijtje:

111