30 Kenia deel 2

29 maart t/m 11 april 2008
Prachtige landschappen maar slechte wegen

Terug in het geplunderde Kenia

Vanaf Busia rijden we over een, naar Keniaanse standaard, uitstekende weg naar Kisumu. Vlak voor Kisumu vinden we aan de oever van het Victoriameer het Kisumu Beach Resort. Ooit waarschijnlijk een bloeiende overlanders-camping, nu niet meer dan het lokale drankhol. Het Victoriameer is hier langs de oevers volledig dicht gegroeid met waterhyacinten waardoor vissersbootjes en waterfietsen onbruikbaar verstrikt aan de kant liggen. De nijlpaarden hebben er minder last van en laten af en toe luidruchtig hun kenmerkende knorrende gebrul horen. Pieter ziet vlak bij de bar nog een slang in een totaal vergaan douchehok verdwijnen maar gelukkig krijgen wij de sleutel van een ander douchegebouw dat er ietsje beter uit ziet en waar zelfs warm water uit de douche druppelt. Na het eten gaan we vroeg naar bed. Die avond gaat het enorm hard onweren en de regen komt werkelijk met emmers tegelijk uit de lucht vallen.

De volgende ochtend, het is zondag, is het weer prachtig weer en rijden we door een stil en bijna verlaten Kisumu verder naar het westen. De sporen van het verkiezingsgeweld zijn ook hier duidelijk te zien. Uitgebrande huizen en geplunderde winkels. Zelfs een ziekenhuisje is half afgebrand en leeggeplunderd. De bevolking lijkt het niet meer te deren en zijn langs de weg bezig marktkramen op te zetten of zijn op weg naar de kerk. Na Kisumu wordt de weg helaas weer veel slechter en de uren daarna ploeteren we over verzakte dijkjes en bergpaadjes naar Kericho. In Kericho kopen we bij het benzinestation brood en frietjes. Mmm. De weg gaat verder over hoge bergpassen en we drinken ’s middags thee in een berglandschap dat zo in de Alpen had kunnen liggen. Dennenbossen, beekjes, bergweitjes, houten chaletachtige hutjes, koeien en koele lucht. De weg blijft matig tot slecht tot aan de kruising met de hoofdweg van Eldoret naar Nakuru. Op de kruising tanken we bij het Total-station dat het enige gebouw is dat nog overeind staat in dit dorpje. De rest is kapotgeslagen en platgebrand. Hoeveel doden hier zijn gevallen weten we niet. Vanaf hier dalen we weer de Grote Riftvallei in (ook Grote Slenk genoemd). Na Nakuru is de weg gelukkig weer goed maar toch is het al bijna donker als we aankomen bij de Lake Elmenteita Lodge. Ook hier geen andere gasten, een beetje prijzig om te kamperen maar wel met een prachtig uitzicht over een groot meer met flamingo’s en… een zwembad! Weliswaar vol met kikkers maar die zijn de volgende ochtend gelukkig allemaal verdwenen.

Gastvrij onthaal in Nairobi

Vanaf Nakuru is het maar een paar uurtjes rijden naar Nairobi. Intussen hebben we telefonisch contact gehad met Simon, we zijn van harte welkom in zijn huis in Runda. Simon, een Nederlander, die we kennen via onze vrienden Frank en Mary-Ann, woont en werkt al jaren in Afrika en zit nu alweer een paar jaar in Nairobi waar hij werkt voor de UN. Eerst gaan we in Nairobi nog langs een vulstation om onze gasfles te vullen en een adresje van een verenfabriek dat we van Peter en Sabine hebben gekregen. De fabriek blijkt ergens anders te zijn maar we kunnen hier wel alvast de veren bestellen. Vooral de verenpakketten op de vooras beginnen aardig te zuchten onder de slechte Afrikaanse wegen en de lichte overbelasting. Ze beginnen daardoor enigszins slap te worden en door te zakken. Hier willen we wat aan laten doen voordat we de slechte wegen van noord Kenia en Ethiopië op gaan. We bestellen extra veerbladen en maken een afspraak bij de fabriek om onze veren weer wat krommer te buigen. Daarna rijden we weer de bekende verkeersopstopping van Nairobi in en gaan op zoek naar het huis van Simon. Na wat gezoek vinden we het huis en parkeren Kasa op hun binnenplaatsje. We worden heel hartelijk ontvangen door Simon, zijn vrouw Alice, en zijn kinderen Nicolas en Nicole. De kinderen hebben al snel de andere kinderen en de enorme trampoline in de achtertuin gevonden. Ondertussen drinken wij een groot glas Heineken-bier, ook geen straf. De volgende dagen genieten we van de gastvrijheid van Simon en Alice en het heerlijke eten van Omar. De kinderen van Simon en Alice moeten overdag naar school zodat onze kinderen ook weer wat schoolwerk kunnen doen. ’s Avonds drinken we gezellig een biertje en praten onder andere over de problemen in Kenia en de net ontstane toestand in Zimbabwe waar ook onenigheid is over de verkiezingsuitslagen. Tja, Afrika, altijd is er wel ergens een crisis om over te praten. Het blijft toch een continent dat tobt met enorme problemen maar vooral met incompetente leiders. Eén middag gaan we met Kasa naar de dichtbij gelegen Village Market, waarschijnlijk het meest luxueuze winkelcentrum van Nairobi, met een heel hoog duurste model Toyota Landcruiser- gehalte. We kopen er wat nieuwe kleren voor iedereen en lunchen met belegde stokbroodjes op een echt terras. Is voor ons wel weer eens leuk, een soort miniatuur eerste wereld in Afrika.

Kasa krijgt bladveren upgrade

Intussen hebben we gebeld naar de verenfabriek, de bladveren zijn klaar. Donderdagochtend nemen we afscheid van iedereen en worstelen ons door de ochtendspits, dwars door het centrum van de stad, naar de verenfabriek, aan de weg naar Namanga. De bladveren blijken inderdaad gereed te zijn maar er is niemand om ze te monteren, grrr. Na anderhalf uur wachten komen er twee mannetjes, waarschijnlijk ergens van de straat gehaald, onze verenpakketten demonteren. Ik zie al snel dat dit nooit gaat lukken. Ze hebben nauwelijks gereedschap en niet eens een behoorlijke krik, levensgevaarlijk. Na een tijdje tobben kan ik het niet meer aan zien. Met ons gereedschap en mijn hulp lukt het uiteindelijk toch maar het gaat wel langer duren dan één dag. Stuk voor stuk worden de verenpakketten er onderuit gehaald, naar de fabriek gebracht en daar uit elkaar gehaald. Daar worden de kortste veren wat opgebogen, wordt er een extra derde blad tussen gezet en komen er nieuwe bussen in. We moeten een nachtje bij de verenfabriek slapen maar zo erg is het niet. We staan er eigenlijk best en we krijgen nog een rondleiding door de fabriek.  We krijgen nog flink wat van de prijs af, vooral omdat ik het meeste sleutelwerk zelf heb moeten doen. Voor ongeveer honderd euro per verenpakket zijn we klaar en al tijdens het ritje terug naar Nairobi voelen we meteen dat de auto veel beter veert en stabieler rijdt.

Rendez-vous bij de Jungle Junction

We hebben die avond via de e-mail min of meer afgesproken met Simon en Marion bij de Jungle Junction. Als wij er een uurtje staan komen ze net aanrijden. Simon en Marion hebben we eerder in Marrakech (!), Marokko ontmoet, bijna anderhalf jaar geleden. Zij zijn na Nigeria terug naar Nederland gegaan en zijn nu langs de oostkust opnieuw op weg naar zuidelijk Afrika. Uiteraard hebben we elkaar wel het één en ander te vertellen, we hebben een hele gezellige avond met hen. Omdat onze planning een beetje begint uit te lopen en we weg willen uit Nairobi nemen we de volgende ochtend alweer afscheid. Zij gaan verder richting Tanzania. We wisselen nog wat waypoints en andere handige tips uit en gaan weer op weg. De kinderen willen hééél graag nog een keertje op de trampoline bij Simon en Alice springen en dus rijden we via de Village Market, naar Runda.  Wederom mogen we weer genieten van hun gastvrijheid en het heerlijke eten van Omar. ’s Avonds valt de elektriciteit uit en gaan we vroeg naar bed. Morgen is het maandag, iedereen moet weer aan het werk en naar school en wij willen op weg naar Ethiopië.

Laatste keer door de verkeerschaos van Nairobi

’s Morgens nemen we afscheid van iedereen en rijden voor de laatste keer door de verkeerschaos van Nairobi. De weg naar het noorden is gelukkig vrij rustig en in redelijke goede staat. Na een paar uur rijden zien we Mount Kenia aan de horizon verschijnen, net als de Kilimanjaro een enorme oude vulkaan, maar dan iets lager en iets minder sneeuw er op. In dit gebied zien we weer veel plastic kassen, waar, door vaak Nederlanders, planten en bloemen worden geteeld. Bij Timau, aan de noordkant van de berg vinden we een leuke camping, de Timau River Lodge. Er zijn veel soorten vogels, een bergbeekje, een uitkijktoren met uitzicht over de toppen van Mount Kenia en een leuk restaurantje waar we ’s avonds lekker gaan eten naast het haardvuur.

Hoe noordelijker hoe slechter de wegen

De volgende morgen rijden we verder noordwaarts en rijden geleidelijk weer naar beneden naar de droge laagvlaktes van noordelijk Kenia. Vanaf Isiolo wordt de weg steeds slechter en moeten we kiezen tussen stapvoets hobbelen over het uitgesleten gravel of met een vaartje van vijftig/zestig kilometer per uur laagvliegen over de hobbels. Als het enigszins toelaatbaar is kiezen we voor het laatste. Vlak bij de bekende wildparken Samburu en Buffalo Springs kamperen we langs de rivier Ewaso Ngiro. We hebben besloten geen wildparken meer te doen, we hebben er nu echt wel genoeg gezien. Van een Samburu krijger die langs loopt en gaat spelen met de kinderen kopen we twee speren, een grote en een kleine voor Stijn.  De weg wordt er niet beter op en de volgende dag hobbelen we weer eindeloos over stuiterwegen naar Marsabit. Dankzij de betere vering onder de auto gaat het eigenlijk best goed. We halen zelfs de lokale Isuzu-bussen in, dat zegt toch wel iets.

Zwitserse bakker in Noord Kenia

Vlak voor Marsabit gaat de weg weer omhoog, Marsabit ligt op een soort hoogvlakte midden tussen de Savannes. De hele hoogvlakte maakt onderdeel uit van een beschermd gebied, maar dit keer hoeven we er niet voor te betalen. We vinden een mooie kampeerplek op een bekende overlanders stek. Henri, een Zwitser, die hier al ruim dertig jaar woont en werkt heeft naast zijn huis een kleine camping voor langstrekkende reizigers. Zijn Keniaanse vrouw is pas een bakkerij begonnen en bakt nu brood en cakes voor half noordelijk Kenia, althans voor de enkelingen die zich dit kunnen permitteren. Het plekje bevalt ons zo goed dat we er een extra dagje blijven. Even lekker uitslapen, een wasje doen, school doen, de auto smeren en een kleine wandeling maken door de bergen. Aan de rand van de hoogvlakte heb je een prachtig uitzicht over vulkanische kraters, eindeloze laagvlaktes en in de verte het Turkana-meer. Onderweg vinden we nog stekels van een stekelvarken, die de kinderen uiteraard meenemen. ’s Avonds gaan we vroeg naar bed terwijl we buiten hyena’s horen huilen.


 

Met militair konvooi naar grens Ethiopië?

Na Marsabit daalt de weg weer en komen we langzamerhand in een echt woestijnlandschap. Zand en steenvlaktes, kleine oases en kamelenkaravanen. Het mooie is dat het op sommige plaatsen pas geregend heeft en dat de woestijn op de lagere delen nu prachtig groen is van het jonge gras. De lokale nomaden, die hier met hun vee rondzwerven, zijn hier duidelijk ook mee in hun nopjes en iedereen zwaait ons vriendelijk toe.

Bij Turbi worden we aangehouden omdat je vanaf hier eigenlijk met een militair konvooi mee moet naar Moyale. Er zijn echter geen voertuigen en ook geen militairen om met ons mee te gaan, ja, als we veel willen betalen dan wel. Nou ja, de groeten, we gaan zo wel. Zo gevaarlijk lijkt het ons hier nou ook weer niet. De militairen vertellen dat de struikrovers het meestal voorzien hebben op lokale bussen en dat we gewoon moeten doorrijden en nergens stoppen. Al na drie kilometer stoppen we langs de weg omdat er een paar overlanders van de andere kant naderen, Duitsers. Ze komen uit Moyale, ook zonder konvooi, en hebben niets bijzonders gezien, ze rijden alleen aan de verkeerde kant van de weg?! Terloops vertel ik ze dat het in Kenia gebruikelijk is aan de linkerkant van de weg te rijden. Oeps, dat waren ze even vergeten, voor hen is dit het eerste linksrijdende land en waren ze vanaf de grens nog nauwelijks auto’s tegengekomen. We rijden stevig door en naderen halverwege de middag al de grens. Dat gaat lekker snel. De route is prachtig en onderweg zien we diverse groepen bavianen, kleine dikdiks, schildpadden en mooie felgekleurde hoenders die we nog niet kenden.

Geluid van een opstijgende straaljager

Maar het blijft Afrika, dingen gaan bijna nooit zoals je verwacht. Opeens horen we een hoop lawaai onder de auto, knal, boem. Nee geen kogels: de hele uitlaat is er onder uit gevallen en ligt in stukken langs het zandpad. De ophangrubbers, waarvan we er enkele in Guinee met ijzerdraad hadden gerepareerd, hebben het tenslotte helemaal begeven. Helaas is het achterwiel ook over een stuk uitlaat gereden en daardoor helemaal onbruikbaar. Met een ijzerzaag en veel ijzerdraad korten we de uitlaat in, slaan een paar bochten erin en repareren het ding zo, weliswaar een paar meter korter, dat we weer zonder het geluid van een opstijgende straaljager kunnen doorrijden.

Pater Franciscus deelt Dvd’s uit

Veilig en vrij stil bereiken we de grensplaats Moyale waar we onderdak vinden bij de katholieke missiepost. We worden hartelijk ontvangen door een paar Italiaanse nonnetjes en de eveneens Italiaanse pater Franciscus die ons een fles (Ethiopische) bisschopswijn schenkt en zijn Dvd collectie aan ons toont. We krijgen zelfs een Harry Potter- Dvd van hem cadeau. De laatste nacht in Kenia en alweer zijn we weer bij aardige gastvrije mensen. We zijn wel erg verwend de laatste weken.

De grensformaliteiten aan Keniaanse zijde van de grens zijn de volgende morgen een eitje, niemand hier die vraagt naar wegenbelasting. Ze zouden het ook niet moeten durven, gezien de staat van de wegen sinds Nairobi. Na tien minuten staan we aan de Ethiopische kant.

Resumé

Ook de tweede keer in Kenia is ons heel goed bevallen. Het is werkelijk een prachtig land en terecht één van de toeristische hoogtepunten in Afrika. Hoofdprobleem is hier, volgens ons, de explosief groeiende bevolking en de achterblijvende groei in onderwijs, gezondheidszorg en kwaliteit in bestuurders. Eén van de gevolgen van de bevolkingsgroei is dat er steeds minder land beschikbaar is voor steeds meer mensen en dat hierdoor verschillende stammen steeds meer problemen onderling krijgen. De eigendomskwestie van land, dat na de onafhankelijkheid niet eerlijk is verdeeld onder de stammen, is dan ook de hoofdoorzaak van de problemen bij de afgelopen verkiezingen. Weliswaar zijn de leiders het nu eens over een verdeling van de macht maar het zal nog een enorme klus zijn om het land weer stabiel te krijgen. We hopen echt het beste voor de Kenianen. Maar de politici zullen de verantwoording echt moeten nemen en de verschillende stammen zullen toch echt moeten leren land en welvaart eerlijker te verdelen. Anders ploft de boel zo weer.

Alle foto's op een rijtje:

94