21 Egypte

27 juni 2012 – 15 juli 2012
Bruiloft en hitte in Egypte


De kinderen en de rest van de honderden passagiers op het dek worden ’s morgens wakker als de zon op komt. Vanwege mijn slaaptekort van de afgelopen dagen weet ik het nog een uurtje te rekken. De zon brandt dan al flink en de temperatuur stijgt snel richting de veertig graden. We zien Aswan al in de verte liggen maar het zou nog tot elf uur duren voordat we eindelijk aan de kade liggen.

Chaos om de boot af te komen

Dan begint de stress pas goed. Eerst moet iedereen zijn paspoort terug zien te krijgen. De Egyptische douane is weliswaar al aan boord maar heeft te weinig visumstickers bij zich voor alle toeristen. Onze paspoorten blijven dus nog even in de kartonnen doos. Water en frisdrank zijn intussen allang uitverkocht en binnen in de ferry begint het viezer en viezer en heter en heter te worden. Bij de enige uitgang is het een drukte en gedrang van jewelste. Alle Soedanezen en Egyptenaren, die wel al hun paspoort hebben, willen tegelijk met al hun enorme hoeveelheden bagage tegelijk naar buiten. Velen hebben geen geduld en klimmen via de reling op de overkapping van het ponton dat naast ons ligt. Na een uur wachten krijgen we eindelijk onze paspoorten terug maar het gedrang is nog steeds niet ten einde. Nog steeds zijn vele tientallen dragers bezig de duizenden en duizenden kartonnen dozen, televisies, satellietschotels, matrassen, magnetrons en allerlei andere blijkbaar in Egypte te verhandelen rommel het schip uit te dragen. Omdat ze elkaar steeds moeten passeren in die ene smalle uitgang van het schip is het daar voortdurend oorlog. Met onze tassen voor ons uit duwen en vechten we ons een weg naar buiten. Als we eindelijk aan de kant staan en denken dat het ergste nu wel voorbij zal zijn begint de ellende pas goed.

Nog meer chaos bij het douanekantoor

In het douanegebouw moet alles en iedereen wederom door een smalle deur naar de ruimte waar de bagage gecontroleerd wordt. Het is echt verschrikkelijk en een wonder dat er geen gewonden vallen. Er wordt geduwd, getrokken, geschreeuwd en geslagen en dat in een smalle gang met honderden mensen bij een temperatuur van dik boven de veertig graden. We laten ons niet zomaar door iedereen voorbij dringen. En omdat vriendelijk vragen of men netjes achter aan wil sluiten totaal nutteloos is raken ook wij betrokken bij de nodige scheld- en duwpartijen om ons plekje in de rij te verdedigen. Een man die naast me staat excuseert zich voor het barbaarse gedrag van zijn landgenoten. Gek genoeg zijn het niet alleen jonge mannen waarvan je het verwacht die zich als beesten gedragen. Ook vrouwen en oude mannen gedragen zich ronduit asociaal. Stijn vindt halverwege de gang nog een dolk op de grond. Laat maar liggen zeg ik tegen hem, dat mag hier vast de grens niet over. Even verderop moeten mens en bagage inderdaad door de scanner. Na een uur stress bereiken we eindelijk de uitgang van het douanegebouw waar de man van de douane die over de auto’s gaat ons herkent en meeneemt naar zijn kantoor. Dat is dan toch weer het voordeel als je hier voor de derde keer bent. Mensen beginnen ons te leren kennen. De echte reden is overigens dat hij met mijn paspoort taxfree een slof sigaretten kan kopen. Onze medereizigers, Steffen, Alex en Magdalena zijn stukken beleefder in het gedrang en doen er ruim een half uur langer over om de uitgang te bereiken. Welkom terug in Egypte!

Terug in het Keylani hotel

Ook de taxirit naar Aswan levert weer de gebruikelijke stress op omdat bij aankomst bij het hotel de prijs opeens verdubbeld blijkt te zijn. Dit soort trucs en gespeelde verontwaardiging zijn we inmiddels wel gewend. We pakken onze bagage uit de Peugeot 504, betalen het afgesproken bedrag en wandelen weg. We boeken twee kamers bij het Keylani hotel. We hebben hier op de heenreis ook een nachtje geslapen en hebben hier echt naar uit gekeken. Dit is echt een rustpunt en een cadeautje na de hectiek van de afgelopen dagen. Twee kamers met ieder een eigen badkamer, Wifi, een dakterras met zwembadje en natuurlijk het superontbijt met pannenkoeken. Ook de rest komt even later hier aan en uiteindelijk boeken zij hier ook een kamer. Het kost weliswaar iets meer dan low budget maar je krijgt er dan ook wat voor.

Prachtige cultuur en goed nieuws

Eerst maar eens lekker douchen, paar broodjes kofte halen en een ‘duik’ in het zwembadje. Via de mail krijgen we van Mazar het bericht dat de auto’s en de motor op de barge staan en dat ze vandaag al vertrekken. Goed nieuws dus. We waren namelijk bang dat ze pas na het weekend zouden vertrekken. Met zijn allen gaan we ’s avonds eten in ‘ons’ restaurantje vlak achter de hoofdstaat in de souk. Voor een habbekrats kun je hier heerlijk eten terwijl om je heen het straatleven doorgaat. Het leven begint hier pas echt als de zon onder is en de temperatuur langzaam tot rond de dertig graden zakt. Oude mannetjes lurken aan waterpijpen terwijl de moskee keihard de roep tot gebed blèrt. Op de hoek zit een oude kleermaker in zijn winkel te naaien, daarnaast staan gesluierde vrouwen meloenen te kopen in een fruitstalletje. Kinderen, straatkatten, zwervers, marskramers, kruiers, van alles passeert hier terwijl wij ongestoord rustig een soepje eten. Dat is weer de ander kant van Egypte, een prachtige cultuur waar je als toeschouwer alleen maar van kunt genieten. ’s Avonds gaan we met Steffen een biertje drinken op een in de Nijl drijvend terras en gaan daarna in een klein koffietentje in de souk de halve finale Duitsland – Italië kijken. Helaas voor Steffen verliest Duitsland deze wedstrijd maar de sfeer die er is in het kleine cafeetje maakt veel goed.

Visum voor Libië

De volgende ochtend slapen we lekker uit, genieten van het heerlijke ontbijt en luieren de rest van de dag op het dakterras. We doen wat boodschapjes en eten ’s avonds weer bij hetzelfde eettentje. Met Alex ben ik de halve dag bezig een visa te regelen voor Libië. Via een Libisch reisbureau kunnen we via internet transitvisa regelen die we over twee weken aan de grens kunnen oppikken.

De toerist uithangen

De dag erna is het zaterdag en gaan we met Steffen sightseeën.  Er is rond Aswan echt heel veel te zien en de vorige keren hebben we eigenlijk maar heel weinig de toerist uitgehangen. We bezoeken de bijna voltooide Koptische Michael Kathedraal en het Nubische Museum. Het Nubische Museum is absoluut de moete waard. Veel minder vol gepropt als het bekende museum in Cairo maar minstens zo interessant. Er is veel informatie over alle tempels en andere kunstschatten die onder water gekomen zijn bij het vullen van het Nasser meer. Een nogal controversioneel project van Egypte waarmee een belangrijk deel van de Nubische cultuur ‘verdwenen’ is. Vanaf het museum nemen we een taxi naar een meer net na de oude dam waar ooit de eerste ‘cataract’ was. Een stroomversnelling in de Nijl. In het meer ligt het eiland Philae waarop de Isis tempel herbouwd is. Alweer een tempel die 20 meter onder water verdwenen zou zijn als hij niet steen voor steen verplaatst was naar dit eiland. Met een bootje, waar we weer een enorme discussie hebben over de prijs, varen we naar het eiland in de Nijl. Van die verhuizing is weinig te merken, het is echt heel groot en ongelofelijk dat dit ooit een paar honderd meter verderop heeft gestaan. Aswan is normaal het drukke eindstation van de Nijlcruiseschepen maar door alle toestanden in Egypte en de rest van het Midden Oosten zijn er nog steeds heel weinig toeristen. Ook hier zijn wij de enige toeristen wat voor ons natuurlijk wel leuk is maar voor de vele mensen die van het toerisme afhankelijk zijn natuurlijk een regelrechte ramp is. We verkennen het eiland al lopend van schaduwplekje naar schaduwplekje omdat het in de zon echt veel te heet is. Als we terug zijn in ons hotel krijgen we een telefoontje dat de auto’s in de haven zijn aangekomen. We kunnen ze de volgende ochtend gaan ophalen.

Back on wheels

Om acht uur worden we de volgende ochtend met een taxi opgepikt door onze fixer. Eigenlijk wilde ik die vent helemaal niet maar hij had zich slim opgedrongen aan de hele groep zodat ik ook wel mee moest. De hele procedure om de auto’s aan land te krijgen en door de douane te loodsen kende ik immers al. Het blijkt opnieuw net zo irritant als altijd. Eindeloos wachten, formuliertjes invullen, hier wat betalen, kopietje van het paspoort maken, daar wat betalen, Egyptische nummerplaten monteren, inspectie op chassisnummer, nog meer wachten, nog wat betalen, etc, etc.

Uiteindelijk is het halverwege de middag als we eindelijk back on wheels zijn en naar Aswan kunnen rijden. Ik pik de rest van de familie op bij het hotel die al uren in de lobby aan het wachten zijn. Bij het afscheid van Steffen,  Alex en Magdalena kom ik er achter dat onze fixer vergeten is de verzekeringspapieren aan ons te geven. Grr. We bellen hem meteen op en moeten weer een half uur wachten voordat hij met de papieren komt. Vooral Steffen is geïrriteerd omdat hij vandaag nog naar Luxor wil rijden. Hij wil namelijk over twee dagen met de boot naar Turkije vanaf Port Said.

Bier en soepstengels geladen

Eindelijk kunnen we vertrekken. Eerst rijden we langs ‘onze’ bakker. Hier halen we een kilo komijn soepstengels. Even verderop is ons bieradresje. We hebben de GPS coördinaten van een groothandelaar in drank. In een achterafsteegje halen we twee trays met 24 blikken bier tegen iets meer dan inkoopsprijs. Bier is buiten Westerse hotels namelijk best moeilijk te krijgen in Egypte en dan ook meestal erg duur. Bij een tankstation gooien we tanks vol met goedkope Egyptische diesel en laten we de onderkant van de auto schoonspuiten. Ik wil namelijk goed kunnen bekijken wat exact de schade is aan het chassis die ik een paar dagen daarvoor in Soedan heb ontdekt. We rijden vervolgens een stukje naar het noorden en steken over de nieuwe brug de Nijl over om vervolgens naar Adams House te rijden. Het weerzien met de familie en vooral met Mohammed is heel hartelijk. We zijn deze keer de enige gasten. We slapen lekker weer in ons eigen bedje onder de heldere sterren.

Reparatie chassis

Met Mohammed gaan we de volgende ochtend terug naar Aswan om een werkplaats te zoeken waar ze het chassis kunnen repareren. Er is een plek in een buitenwijk waar ze een zetmachine hebben om dikke staalplaten te buigen maar deze blijkt kapot te zijn, Geen nood, ze kunnen de plaat ook wel met de hand buigen. We spreken een vaste prijs af met Ali, de grote stevige eigenaar van de werkplaats. Ze beginnen meteen en ik help om alle tanks, leidingen, kabels, etc. weg te halen.

Intussen zijn Jacobine en Janne een beetje ziek aan het worden, geen best moment nu we in een stoffige vieze industriewijk vast staan waar niets te koop is. Hassan denkt dat het wel moet lukken in een dag maar dat blijkt al snel iets te ambitieus. Vooral het op maat maken van een nieuwe omgezette plaat die over de cracks in het chassis moet komen blijkt erg veel werk te zijn. Het is een acht mm dikke staal plaat die witheet gestookt moet worden en vervolgens met een zware moker met enorme klappen  in een U vorm gesmeed moet worden. We werken tot tien uur ‘s avonds en gaan de volgende ochtend om zeven uur verder. Pas tegen de middag zijn we klaar en kunnen we terug naar Adams House rijden.

Verlovingsfeest in Nubische stijl

De volgende dagen rusten we een beetje uit. Bien en Janne herstellen gelukkig snel. De tijd vliegt met een beetje klussen, zwemmen en de was doen in de Nijl en mango s uit de bomen gooien met stenen. We zijn uitgenodigd voor een verlovingsfeest in Nubische stijl welke over een paar dagen hier zal plaatsvinden. Dat is natuurlijk uniek en aangezien we toch moeten wachten op onze Libische visa’s besluiten we een paar dagen langer te blijven. Het is leuk om de voorbereidingen mee te maken. De compound wordt versierd met slingers en gekleurde lampen, er wordt een podium gebouwd en er worden door ingehuurde koks feestelijke gerechten bereid.

Eindelijk breekt dan de dag aan waarop het feest plaats vindt. Wij denken dat het wel zal beginnen zodra de zon onder is, zeg maar een uur of acht. Maar blijkbaar is het dan nog steeds veel te heet om te feesten want de gasten arriveren pas tegen elven. Het echte feest begint pas rond twaalf uur. Het is een echt groot feest van rijke mensen uit Cairo. Er is een van Tv bekende Dj die iedereen al snel op de dansvloer krijgt. Westerse popmuziek afgewisseld met traditionele Nubische dansen waarop iedereen uit zijn bol gaat. En dat allemaal zonder een druppel alcohol. Ik ben de enige die af en toe stiekem een slokje uit een blikje drinkt. Pieter en Janne zijn erg populair en worden voortdurend de dansvloer op getrokken. Ze vermaken zich prima. Pas drie uur s nachts beginnen ze met het eten Dit is toch wel heel bijzonder! Tegen vieren loopt het feest ten einde en gaan we toch maar eens proberen wat te gaan slapen want zo meteen komt de zon op en worden we waarschijnlijk weer snel de truck uit gebrand door de hitte.

In de hitte naar Luxor

Het is inderdaad bloedheet als we wakker worden, er is nul schaduw. We breken zo snel mogelijk op, gooien een emmer water uit een irrigatiekanaal over ons heen, nemen afscheid en gaan rijden. Snel vertrekken lukt niet helemaal omdat we nog helpen een lekke band te wisselen van een van de feestgangers die vannacht niet weg kon en geen gereedschap en reserveband bij zich had. We rijden vandaag naar Luxor en bezoeken onderweg nog de Kom Ombo tempel aan de Nijl. Ter ere van de krokodillen God Sobek werden hier duizenden jaren geleden de heilige krokodillen geëerd en werden krokodillen zelfs gemummificeerd.

Het is al laat in de middag als we bij het Rezeiky hotel in Luxor aankomen. De kids nemen meteen een duik in het zwembadje terwijl wij een muntthee drinken met de eigenaar. Het zijn nog altijd moeilijke tijden vertelt hij en hij heeft weinig hoop op de nabije toekomst. Het Moslim Broederschap dat nu aan de macht is lijkt een weg van een verdere islamisering van de maatschappij ingeslagen te zijn wat het voor de Koptische Christenen nog moeilijker maakt om te overleven. Zijn enige hoop is dat de toeristen weer terug zullen komen. Op CNN zijn beelden te zien van een legertruck die in Cairo over protesterende christenen heen rijdt. Afschuwelijk.

Het leger als oliemaatschappij

In Luxor weten we de volgende ochtend op aanwijzingen van de hoteleigenaar een tankstation te vinden waar diesel te koop is. Net als in Soedan blijkt ook hier namelijk brandstof schaars te zijn. Raar toch dat in alle olieproducerende landen waar we komen brandstof ongelofelijk moeilijk te krijgen is. In Egypte is diesel momenteel eigenlijk alleen maar af en toe te koop in door het leger beheerde tankstations. Vreemd natuurlijk dat het leger eigen tankstations heeft maar ook wel weer slim dat het leger zijn eigen inkomsten kan genereren.

Rock Diving Camp van Hassan

Vanaf Luxor rijden we de volgende dag een mooie binnendoor route naar Quesir die vorig jaar nog gesloten was voor buitenlanders. Wat dat betreft is de sfeer wat meer ontspannen geworden. Het een prachtige weg door een roodkleurig woestijngebergte waaraan de rode zee haar naam te danken heeft. In Quesir doen we boodschappen in een klein supermarktje en kopen enkele tientallen broodjes bij de bakker.

We willen namelijk een paar dagen bij het Rock Diving Camp van Hassan gaan staan om te wachten totdat we bericht krijgen dat ons visum klaar ligt bij de Libische grens. Eenmaal bij Hassan aangekomen gaan we op ons vertrouwde plekje staan in het mulle zand. We krijgen een warm hartelijk welkom en gaan eerst maar eens een ijskoud biertje aan het strand drinken. Het leukste van deze plek is dat je er een rif vlak bij het strand is waar je heel mooi kunt snorkelen in heerlijk warm water. We blijven hier een paar dagen lekker om te zwemmen, snorkelen en te luieren.

Toch geen visum voor Libië, wat nu?

Helaas krijgen we het bericht dat het niet gaat lukken met de visa’s voor Libië. Vanwege de aankomende verkiezingen zijn alle visumaanvragen opgeschort. Wat nu? We bekijken onze opties. Het zijn er eigenlijk maar twee. Vanwege de oorlog in Syrië moeten we sowieso een duur stukje varen over de Middellandse Zee. Er is sinds twee maanden een nieuwe ferry van Port Said naar Mersin in Turkije. De andere mogelijkheid is met een vrachtschip van Israël naar Italië. Hierop kunnen meestal ook een paar passagiers meevaren. Beide opties zijn prima maar wij kiezen uiteindelijk voor de eerste optie omdat het varen vanaf Israël soms wel twee weken kan duren waardoor ons tijdschema in Europa wel erg krap kan worden. Begin augustus gaat de broer van Jacobine namelijk trouwen in Duitsland. Alex en Magdalena met wie we via de mail nog steeds contact hebben kiezen voor de tweede optie.

Dolce far niente

Via de telefoon leggen we contact met de ferrymaatschappij en reserveren een plaatsje op de boot van aanstaande zondag. Dat geeft ons nog een paar dagen extra hier in het hete Quesir waar we langzamerhand al aardig vertrouwd beginnen te raken. We genieten van de rust en het lekkere nietsdoen, dolce far niente. Een mooie rustige afsluiting van onze reis zou je kunnen zeggen.

Strandtoerisme langs de Rode zee

Na een week nemen we afscheid van Hassan en gaan onze laatste etappe in Afrika rijden. We slapen onderweg in de woestijn op een mooi plekje. Nog één keertje genieten van de stilte. Overal langs de Rode Zee zien we hotels en appartementen maar nergens zijn toeristen. Alleen op de openbare stranden in de buurt van de steden zien we veel Egyptenaren. Die hebben overigens een heel ander idee dan wij Europeanen over strandtoerisme. Ze rijden hun bussen en auto’s het strand op, maken schaduw met een luifel en gaan daar met zijn allen, volledig gekleed onder liggen slapen en eten.

Wat we ook niet zien zijn tankstations met diesel. Het is echt een groot probleem en het kost ons uren om de tanks te vullen. Via Hassan hebben we nog 4 extra plastic jerrycans van 20 liter geregeld die we ook vullen en in de kist op het dak verstoppen. Raar natuurlijk terwijl we overal in de Rode Zee boorplatforms zien. Het lijkt er op, en wie geeft ze ongelijk, dat de oliemaatschappijen de olie liever voor dollars op de wereldmarkt verkopen dan voor 13 eurocent per liter in eigen land.

In twee dagen rijden we langs de Rode Zee via Suez langs het Suezkanaal naar Port Said waar we de tweede dag pas laat aankomen.

Port Said, strandje naast legerpost

Het lukt ons niet om in Port Said een slaapplekje te vinden dus rijden we de stad uit langs de Middellandse Zee. Een paar kilometer buiten de stad parkeren we bij een klein strandje. Beetje rommelig zoals overal maar wel rustig zo te zien. We staan er amper tien minuten als er een paar gewapende mannen aankomen, een beetje vreemd omdat ze geen uniform dragen. Het blijken dienstplichtige soldaten blijken te zijn even verderop een brug aan het bewaken zijn. Ze willen onze namen en paspoortnummers hebben voor hun dagrapport of zoiets wat we ze maar geven. Eerst vinden we het maar ongemakkelijk maar het blijken heel vriendelijke gasten te zijn die alleen maar nieuwsgierig zijn. Wij zijn natuurlijk  de happening van de maand, het toerisme in Port Said is niet bepaald ontwikkeld. Een aantal van hen spreken redelijk Engels en  we mogen zelfs gebruik maken van hun provisorische douche even verderop.

De dag erna blijkt de boot nog niet te vertrekken dus moeten we nog een dagje wachten. We bezoeken het oude stadscentrum, kopen wat kleren en schoenen voor de kinderen bij hippe shops en gaan lekker lunchen bij een mooi restaurant. Dat soort dingen is hier nog betaalbaar.

‘s Avonds gaan we weer terug naar ons strandje waar we zowaar nog even gaan zwemmen. Stijn krijgt van de soldaten een Kalasjnikov om zijn nek gehangen wat hij natuurlijk fantastisch vindt. Uiteraard moet dat op de foto. Ze vragen de foto niet op Facebook of zoiets te zetten omdat ze daar problemen mee kunnen krijgen.

Verjaardag Pieter en vertrek uit Egypte

Onze laatste dag in Egypte, op Pieter zijn verjaardag, is een aardig hectische. Het kost veel meer moeite en tijd dan verwacht om de auto op de boot te krijgen. In de middag als de auto al op de haven staat worden we opgevangen op het kantoor van de maatschappij. We spenderen ons laatste Egyptische geld aan fruit, brood en bier. Uiteindelijk worden we pas tegen de avond per taxi naar de haven gebracht waar we opeens enorm moeten haasten om Kasa te starten en naar de boot te racen. Snel, snel, roept iedereen. We rijden de boot op die al helemaal vol staat met vrachtwagens. We passen er nog maar amper bij. We staan nog niet stil of de klep gaat omhoog en eer we met onze spullen boven aan dek staan zijn we al aan het varen.

Varende sauna

Het blijkt nog een best modern schip te zijn met een Oekraïense bemanning. Dit schip wordt samen met een zusterschip ingezet om Turkse vrachtwagens via Egypte naar Saoedi-Arabië te brengen. Normaal rijden die via Syrië maar dat is nu vanwege de burgeroorlog uit den boze. Een Turkse chauffeur vertelt me dat ze het tot een paar maanden geleden nog wel deden maar dat ze gestopt zijn toen er steeds meer chauffeurs werden overvallen en gedood. Dit schip vaart nu op en neer tussen Port Said en Mersin, het zusterschip tussen Suez en Jeddah. Groot probleem is echter dat het schip gebouwd is voor de Oostzee en niet voor het warme water van de Middellandse zee. Doordat het koelwatersysteem hier niet goed werkt kan het schip maar halve kracht varen. En wat nog veel erger is, is dat ook de airconditioning niet werkt. Op dit soort schepen kan ook nergens een raampje open, ook zijn nergens ventilatoren. Oftewel, het is niet te harden, een soort sauna waar je niet uit kunt. Snel eten we een maaltijd in de mess en gutsend van het zweet lopen we naar buiten, zoekend naar wat verkoeling. Aan dek zien we langzaam Port Said uit het zicht verdwijnen. We hebben twee keurige hutten gekregen maar ook hier is er nul verkoeling. Zelfs doodstil liggend op bed, zonder kleren, ga je zweten. Zelfs het water uit de douche brengt geen verkoeling. We moeten er maar het beste van maken en zo rustig mogelijk blijven liggen.

Alle foto's op een rijtje:

124