02 Egypte

29 september 2011 – 24 oktober 2011
Nieuwe avonturen in Egypte


Cairo

Na een niet al te zachte landing op Cairo Airport waarna veel mensen in het vliegtuig uit waarschijnlijk eerder uit opluchting dan waardering beginnen te applaudisseren dringt iedereen zich snel naar buiten. Wij wachten alles rustig af en lopen als laatste het vliegtuig uit. Voordat je door de douane gaat moet je bij de bank (?) een visumsticker kopen die uiteraard betaald moet worden met Amerikaanse dollars. Als we alle bagage verzameld hebben lopen we naar buiten en worden daar opgewacht door een taxichauffeur van ons hotel. Vanwege stiptheidsacties bij de Griekse luchtverkeersleiders zijn we laat en heeft ook hij dus bijna twee uur staan wachten met zijn bordje.

De taxirit naar het centrum is er een van vele herinneringen en herkenningen. De chaotische verkeerssituatie, auto’s zonder verlichting, krakkemikkige gebutste Lada’s en Peugeots die constant toeteren, auto’s die tegen het verkeer in rijden, Arabische muziek, moskeeën verlicht met groen gekleurde Tl-buizen, gaten in de weg, ezelskarren, vuilnis, etc. Na een uurtje filerijden bereiken we ons hotel in het centrum van Cairo, het Cairo Center Hostel. We krijgen twee kamers naast elkaar met uiteraard lekkende douches en niet werkende stortbakken maar de airco’s doen het gelukkig wel en we hebben zowaar ‘wifi’ op de kamer. Een belangrijk pluspunt voor de kids die via Hyves en Facebook contact houden met het thuisfront.

Ook kunnen we online de koers volgen van de Grande Scandinavia en zien dat het schip net vertrokken is richting Izmir, hopelijk met Kasa aan boord…

Mcdelivery

We lopen ’s avonds nog even de straat op om wat water en zo te kopen en trakteren onszelf op onze aankomst in Afrika met een ijsje bij de Mac. De Mac is hier wel van een wat andere standaard dan in Europa maar de ijsjes zijn net zo lekker. Je kunt hier je hamburgers ook laten thuisbezorgen door zeg maar een andere variant van Mc Drive.

Toeristenbezigheden

De volgende dag doen we eerst een paar uurtjes school en brengen daarna een bezoek aan het oude middeleeuwse stadscentrum van Cairo dat gek genoeg dus niet aan de Nijl ligt. Waarschijnlijk omdat de Nijl in die tijd elk jaar tot ver buiten haar oevers trad. Ook hier proeven we weer dezelfde sferen die we kennen van eerder bezochte medina’s en soeks in Marokko, Tunesië en Syrië. Hele straten met alleen blikslagers, smederijen, leerlooiers, meubelmakers, tentenmakers, naaiateliers, etc. Alle ambachten zijn hier nog op straat zichtbaar en maken het erg leuk. Het enige deel dat we niet leuk vonden was het deel waar alle toeristen heengevoerd worden en waar alleen maar souvenirshops en restaurantjes zijn. We beklimmen de twee minaretten van de Bab Zuweila, onderdeel van de middeleeuwse zuidelijke toegangspoort waar we een mooi beeld krijgen van de oude stad.

Alle moskeeën in dit stadsdeel bezoeken is geen doen dus op goed geluk pikken we er eentje uit, de Al-Ghouri moskee. We moeten allemaal onze schoenen uitdoen en Jacobine krijgt een hoofddoek om.

De volgende dag bezoeken we nogmaals (we waren er drie jaar geleden ook) het Egyptische nationale museum. Het museum ligt pal aan het inmiddels bij iedereen bekende Tahir-plein (Arabische lente) en er zijn nog steeds hier en daar kleine demonstraties en we zien ook hier en daar een Tv-ploeg. Op de achtergrond staan tientallen vrachtwagens met politieagenten en militairen klaar om in te grijpen. Naast het museum staat het zwartgeblakerde partijgebouw dat tijdens de revolutie in brand gestoken is. Het museum zelf is gelukkig gespaard gebleven alleen de souvenirshops zijn geplunderd, maar daar kwamen we toch niet voor. Ditmaal bezoeken we ook de mummiekamers waar je extra voor moet betalen. Fotograferen is hier echt verboden dus we hebben er geen foto’s van. Hoewel het natuurlijk luguber is, is het toch ook fascinerend om de mummies te zien van de oude farao’s waaronder de beruchte Ramses II, degene die zoveel tempels heeft laten bouwen, waaronder Abu Simbel. In die tijd waren het toch absoluut de rijkste en machtigste mensen van de wereld. En nu liggen ze in een glazen kistje waar je tegen betaling naar mag kijken…

Visum voor Soedan

Zondagochtend verhuizen we eerst naar hotel Luna omdat het Cairo City Hostel toch wel erg rundown is en behalve het smerige en niet werkende sanitair en doorgezakte bedden ook nauwelijks daglicht hebben. Hotel Luna is echt een enorme verbetering, het enige nadeel is dat we geen wifi op de kamer hebben. Na de verhuizing gaan we naar de ambassade van Soedan om een visum aan te vragen. Dat loopt allemaal redelijk soepeltjes hoewel ze wel een soort van aanbevelingsbrief verlangen van onze Nederlandse ambassade. Dus eerst uitgezocht waar de ambassade is en vervolgens met zijn allen in een Lada-taxi de brug over naar het eiland in de Nijl waar onze ambassade is. Een werkelijk schitterend oud wit koloniaal gebouw in een mooie groene tuin met kunstgras. We krijgen redelijk snel onze brief waarin eigenlijk staat dat de Nederlandse ambassade geen aanbevelingsbrieven afgeeft omdat wij dat ook niet verlangen van Sudanezen. Eigenlijk geen brief dus. Maar goed, eenmaal terug bij de Soedanese ambassade alles gekopieerd, 300 US dollar (grr) betaald en we mogen morgen terugkomen om het visum ophalen. Dit tot grote verbazing van een Engelse fietser die we deze morgen zijn tegengekomen en die al ruim twee weken (!) bezig is om het visum te bemachtigen. Ook hem wordt verteld dat hij het visum (eindelijk) morgen om negen uur kan ophalen.

De rest van de dag verloopt zoals de vorige dagen, beetje school, beetje luieren, ‘s avonds uit eten bij een eenvoudig falafel restaurantje en daarna even door de stad wandelen en dan naar ‘Drinkies’ de enige plaats waar je koude blikjes bier kunt kopen voor normale prijzen. De straten zijn overdag al druk maar veranderen elke avond in een drukbezochte markt. Op straat worden de stoepen van voor een deel redelijk luxe winkels gevuld met koopwaar en wordt vanaf handkarren en pick-ups werkelijk van alles verkocht. Variërend van kleding tot brillen, Cd’s, speelgoed, etc. Het is hier eigenlijk elke avond Koninginnedag, en dat tot ver na twaalf uur ’s avonds. Via internet komen we erachter dat de Grande Scandinavia een andere dan de geplande route gevaren is en al in Alexandria is!

De volgende ochtend ga ik na het ontbijt alleen naar de ambassade en ik krijg zowaar meteen de paspoorten met visa terug. Dat ging even snel! Ik sms meteen een berichtje naar Bien. We pakken onze spullen in en lopen naar het station.

De trein naar Alexandrië

We willen nu dus naar Alexandrië en lopen door een bouwput omdat ze het station grondig aan het verbouwen zijn. We worden onderschept door de tourist police en die helpen bij het kopen van een kaartje en we volgen de aanwijzingen op die ze geven omdat we het schrift niet kunnen lezen … We moesten trein 913 hebben, wagon12, stoel 20/24 op perron8
Oh wat hebben wij een lol gehad, vraag je op het perron waar die mensen heengaan, gingen ze naar Aswan en dat is precies de andere kant op. Dus wij eerst maar eens op zoek naar mensen die ook naar Alexandrië gaan. We komen in gesprek met Mr Hassan die ook daar naartoe op weg is, handig. Dan klink opeens de luidspreker (verstaan wij natuurlijk niets van) ah, follow me, follow me. Mr Hassan gaat voor stationtrappen af station weer uit ergens anders station weer in tot we op spoor 3 staan. Het is een drukte van belang en er wordt verschrikkelijk door elkaar heen gekakeld en dat Arabisch klinkt al zo boos, ze praten soms zo hard. Mr Hassan weet het ook even niet meer en zegt dat dat toch ook niet de goede plek is. Wij terug naar de tourist police. Moeten toch terug naar spoor 8, maar daar stonden alle reizigers voor Aswan?  Afijn ik zie een aantal vrouwen staan en die lachen heel vriendelijk naar ons, ik vraag of ze ook naar Alexandrië gaan en dat doen ze!!! Vrouwen, een baken in het dagelijks bestaan, daar kan je van op aan! Deze dames zitten alleen in een andere wagon dus worden we verder naar achter doorverwezen. Helaas staan daar allemaal mannen, maar die kunnen ook best behulpzaam zijn. Ze helpen ons de juiste wagon vinden en tot ieders verbazing staan de stoelnummers in gewone getallen en zitten we de verdere reis relaxed uit het raampje te kijken.

De treinreis is eigenlijk best comfortabel en om half vier, weliswaar twee uur later dan gedacht, komen we in Alexandrië aan. Ik bel nog even de scheepsagent maar aangezien ze bijna sluiten kunnen we vandaag niet veel meer doen. Toevallig komen we wel op straat nog de vrouw tegen die ik aan de lijn had en zij regelt meteen per telefoon een ‘fixer’, Ahmed, een regelmannetje die voor ons de douane afhandeling begeleidt. We nemen twee kamers naast elkaar in het Union Hotel aan de boulevard. De kamers hebben een klein balkonnetje en je kunt net de zee zien. De hotels in Egypte kosten ons tot nog toe steeds iets van 15 – 20 euro per nacht, voor wat je krijgt eigenlijk veel te duur. Ik kan eerst aan de slag om de Wc-potten te repareren want die blijven constant doorlopen.

Havenperikelen in Alexandrië

Ook hier is het weer een drukte van belang ’s avonds op straat en dat maakt het wel erg leuk om rond te wandelen. Op een hoek van een straat staat een grote stand met Libiërs die vlaggetjes en T-shirts van het nieuwe Libië verkopen en aandacht vragen voor de problemen in hun land. Ik kijk er een beetje rond en als de mannen erachter komen waar wij vandaan komen krijgen we een groot applaus als dank voor ‘onze’ inzet bij het verdrijven van Khadaffi. Laten we hopen dat ze in de toekomst net zo positief over ons zullen blijven denken zodat we ooit vrij in Libië kunnen reizen!

De auto uit het haventerrein krijgen is de overtreffende trap van de bureaucratie in Griekenland. Het kost twee volle dagen, eindeloos veel loketjes, tientallen handtekeningen, vergunningen en formulieren, inspecties, taxiritjes door de stad en over het haventerrein om uiteindelijk het haventerrein uit te kunnen rijden met Egyptische kentekenplaten, een WA-verzekering, twee stuks verplichte 3kg brandblussers en honderden euro’s armer. Ik ga het hele proces hier niet uitleggen maar zonder Ahmed was het onmogelijk geweest. Zelfs met hem was het enorm frustrerend zeker omdat we wisten dat we een race tegen de klok aan het lopen waren omdat de volgende drie dagen alles dicht zou zijn vanwege een feestag en het weekend.

Maar goed, woensdag 5 oktober rijd ik om drie uur alleen het haventerrein af richting de plaats waar ik met Bien en de kids heb afgesproken. Er is echter iets gebeurd in de stad waardoor de normale verkeerschaos is veranderd in een verkeersinfarct. Na een uur heb ik minder dan 500 meter gereden en de eerste aanrijding al gehad. Een auto die probeerde mij rechtsvoor af te snijden had ik niet gezien en toen ik weer een paar meter kon rijden en wegreed hoorde ik een hard schurend geluid. Met de vrijloopnaaf die wat uitsteekt bij het rechtervoorwiel had ik een vrij nieuwe auto bij het spatbord opgetild en een meter verdop neergezet. Dat begint goed denk je dan. Kerel van de auto kwaad natuurlijk maar de hele file en de straat ging zich er al snel mee bemoeien en uiteindelijk hebben ze hem waarschijnlijk verteld dat ie niet moest zeuren omdat de auto nog kon rijden. Afijn, niets aan de hand dus en ik had (uiteraard) geen schade. In Egypte kijken ze niet zo nauw met blikschade.

Alexandrië verlaten, een hele onderneming

Via telefonische aanwijzingen vinden Bien en de kids mij vrij snel in de file en gezamenlijk sukkelen we vervolgens de stad uit. Alexandrië is echter een stad met zes miljoen inwoners zonder echte hoofdwegen en zonder kaart rijd je die dus in de avondspits niet even uit. Bovendien is het in Egypte belachelijk vroeg donker omdat ze hier dezelfde tijd aanhouden als in Nederland (met zomertijd). Om kwart over vijf is het dus zo’n beetje donker. En dat maakt het rijden nog lastiger. Het is hier de gewoonste zaak van de wereld dat je hier zonder licht tegen het verkeer in rijdt. Met ontbrekende putdeksels, onaangekondigde verkeersdrempels en werkelijk overal overstekende mensen, ezels, paarden, karren, auto’s, etc maakt het rijden na een zware werkdag in de haven geen pretje. We zijn dan ook erg blij als we eenmaal buiten de stad vlak bij het vliegveld een enorme airconditioned ‘Carréfour’ supermarkt zien waar we op de parkeerplaats (een oase van rust vergeleken bij de weg) kunnen parkeren voor de nacht. Omdat de winkel dag en nacht open is gaan we meteen naar binnen om wat lekkers te kopen en de vriezer en de koelkast weer te vullen. Tot ’s avonds heel laat zien we gezinnen met kleine kinderen hier boodschappen doen. Na een korte maar heerlijke nachtrust weer in onze eigen auto doen we nog wat inkopen en vertrekken dan richting Cairo.

Een lange rit naar de Rode Zee

Via de zogenaamde desert-road rijden we naar Cairo waar we nog even een glimp opvangen van de piramides bij Gizeh. In Cairo zelf is het weer een hele grote file maar als we eenmaal op de transitsnelweg door de stad zitten schiet het weer lekker op.  Op de tolweg richting Rode zee probeert de politie ons nog op te lichten door het twintigvoudige aan tol te vragen, zogenaamd omdat we een vrachtwagen zijn. Uiteraard laten we ons niet zo makkelijk beetnemen maar het kost toch weer tien minuten gezeur en beheersing om mijn rijbewijs weer terug te krijgen en het normale tarief te betalen. Net voor het donker wordt rijden we de weg af een stukje de woestijn in om te overnachten.

De volgende dag rijden we verder richting de bekende kustplaats Hurghada. Het eerste deel van de kust is of wordt helemaal volgebouwd met resorts en weekend-appartementen voor de rijke mensen uit Cairo. Je snapt niet dat ze dit leuk vinden, zo ontzettend vies zijn de stranden hier. Zodra we ergens bij de zee kunnen stoppen gaan we eruit om even te zwemmen tussen de viezigheid. De zee ziet er gelukkig wel schoon uit. Een stuk verderop in Hurghada nemen we een kijkje in het centrum en het havengebied. De kust staat hier vol met van de buitenkant meestal lelijke touristresorts waar vliegtuigladingen toeristen uit Europa en Rusland hun budget strandvakanties doorbrengen. Voor de inwoners zelf en voor onafhankelijke reizigers als wij is hierdoor geen meter strand meer beschikbaar. Nee, we hebben hier weinig te zoeken. Tussen Hurghada en Safaga rijden we weer een stuk de woestijn in om te overnachten. Er staat een flinke zandstorm en de hele nacht staat de auto heen en weer te schudden in de wind. Omdat we de luiken en aan één kant de ramen dicht moeten houden wordt het ook knap warm in de auto. De volgende ochtend zijn er complete zandduintjes ontstaan op de vloer, zoveel zand is er naar binnen gewaaid.

Na het ontbijt rijden we verder met de wind in de rug naar Safaga waar weinig te zien is en vervolgen onze route verder zuidwaarts. Vlak voor Al Quesir zien we aan de linkerkant een schoon strandje met wat parasols en wat hutjes. Eindelijk iets wat lijkt op een plekje voor ons. We rijden het strandje op en al snel hebben we een dealtje dat we hier kunnen staan. Er blijkt een rif vlak voor het strand te liggen en er blijkt ook een duikclub bij te horen, dus dat klinkt allemaal goed. We parkeren de auto, zwembroeken aan, snorkels mee en hup de zee in. Er staat veel stroming door de storm van de afgelopen dagen, maar we zien al meteen heel veel mooie vissen in het water.

Heerlijke tijd bij Hassan

Uiteindelijk blijven we hier vier nachten staan omdat het gewoon een heerlijke plek is. We maken kennis met Hassan, de eigenaar van de Rocky Valley Camp, een vrolijke Bedoeïen die kreupel loopt vanwege zijn kinderpolio maar zich nu uitstekend redt en één en al energie en vrolijkheid uitstraalt. De kinderen doen weer wat school, spelen met de jonge puppies hier en liggen uren in het water te snorkelen. De tweede dag maken Janne, Pieter en ik twee duiken langs de riffen samen met een Franse duikinstructeur Fred. Een geschikte vent die uitgebreid de tijd neemt om ons weer even bij te scholen met de basisvaardigheden van het duiken. Het is inmiddels prachtig windstil weer geworden en we maken twee duiken van ieder een uur tot een diepte van 13 meter en genieten van de prachtige helblauwe onderwaterwereld van de Rode zee. Niet echt spectaculair hier met haaien en zo maar wel heel veel mooi koraal en vele mooie vissen. Inmiddels is er ook een groepje Nederlandse en Engelse vrouwen hier voor een weekend aangekomen Die logeren in de hutjes aan de overkant van de straat of slapen gewoon op het strand. Ze wonen allemaal permanent in Hurghada en het is boeiend om hun verhalen te horen hoe ze hier verzeild zijn geraakt. We eten een paar keer samen met hen en de kinderen doen een hele ochtend ‘handvaardigheidles’ als ze gezamenlijk mobiles maken van aangespoelde schelpen en stukjes koraal.  Het is uren werk en Stijn is dan ook erg opgelucht als zijn mobile klaar is om in het restaurantje op te hangen. In ruil krijgt hij een koude Fanta en dat is de dag natuurlijk weer helemaal goed.

Ontmoeting in Luxor

Inmiddels hebben we van diverse kanten vernomen dat de kustweg richting Soedan voorlopig echt niet opengaat dus besluiten we maar naar Luxor te gaan en vandaar naar Aswan om via het Nasser-meer naar Soedan over te steken. We nemen afscheid van al onze vrienden hier en rijden naar het Rezeiky Camp in Luxor. Als we er aankomen is het heel bijzonder dat ze ons meteen herkennen. Jullie zijn hier eerder geweest zeggen ze! Dat klopt, drie jaar geleden hebben we hier ook een paar dagen gestaan. Ook de kinderen herkennen de plek meteen en drie minuten na de welkomstthee liggen die in het zwembad. Op de camping staat nog een overlandtruck. We ontmoeten de bewoners later die avond, een Duits stel, Jochen en Dorothee, die blijken te reizen met twee zoons, Peer en Finn, van 14 en 17. Leuk om wat geestverwanten te ontmoeten, vooral voor Pieter natuurlijk om ook leeftijdgenoten tegen te komen.  Zoveel reizigers met oudere kinderen zijn er tenslotte niet. We praten die avond met elkaar, zij zijn al meer dan een week aan het wachten op de oversteek naar Soedan en brengen nu wat tijd door in Luxor om de tijd te verdoen. (Hun website is www.kontinentenkriecher.de) Tijd dus dat wij ook wat actie gaan ondernemen. Ik bel de volgende ochtend mijnheer Saleh van de enige bestaande ferry company op die me vertelt dat er volgende week geen plaats is op de boot maar ons wel mededeelt dat we wel zaterdagmorgen naar Aswan moeten komen om te reserveren voor de week erna. Het gestress begint nu al….

Pieter en ik brengen de volgende dag tegen zonsondergang nog een kort bezoekje aan de vlakbij gelegen beroemde tempelcomplex Karnak. De tempel is tot half zes open maar om half vijf zijn alle busladingen toeristen vertrokken en hebben we de site praktisch voor onszelf. We zien zelfs nog een woestijnvosje dat na zonsondergang tevoorschijn komt uit een spelonk in de muur van de tempel en waarschijnlijk dacht dat iedereen al vertrokken was.

We eten ’s avonds samen met de Duitsers een heerlijke traditionele Egyptische maaltijd in het hotel en gaan daarna nog even een wandelingetje de stad in nemen langs de Nijl. Omdat Stijn een beetje buikpijn (te veel linzensoep gegeten waarschijnlijk) heeft nemen we op de terugweg een paarden koetsje, eigenlijk ook best leuk voor een keer.

Nog meer ontmoetingen in Aswan

Vanaf Luxor rijden we langs de westelijke Nijloever via kleine weggetjes en dorpjes naar het zuiden. Eigenlijk wilden we de nieuwe woestijnweg volgen die nog niet op onze kaarten staan maar dit is ook best leuk. Al kost het soms wel hoofdbrekens om door de kleine dorpjes op goed geluk straatjes te nemen vol met kuilen, overhangende bomen en elektriciteitsdraden. Na een paar uur rijden zijn we pas iets van vijftig kilometer opgeschoten en dat zien we gelukkig een bord naar de Western Desertroad. Als we eenmaal op deze nieuwe weg zitten blazen we binnen twee uur naar Aswan, de meest zuidelijke stad van Egypte.

In Aswan gaan we aan de andere kant van de Nijl bij Adam House staan, alweer een plek die al kennen van onze vorige reis. De volgende ochtend gaan we samen met de Duitsers naar Mr Saleh, die ons al snel verteld dat er deze week geen plaats is voor ons. Nadat hij de lengte van onze auto heeft gemeten zegt hij dat we over precies een week terug moeten komen…  Shit, een hele week wachten in dit gat…

Bij Mr Saleh ontmoeten we Katrijn en Costa een Belgisch/Duits stel dat met hun Landcruiser ook dezelfde kant op wil en nu dus ook een week moeten wachten. Zij zitten hier al bijna een week dus voor hen is het een nog grotere tegenvaller. De Duitsers kunnen wel mee.

De reden dat er zo weinig toeristenauto’s meekunnen op de barge is dat er momenteel een levendige autohandel is van Sudanezen die auto’s in Libië opkopen en naar Sudan brengen om daar met winst te verkopen. Gedeelde smart is have smart dus we spreken af volgende week gezamenlijk naar Abu Simbel te rijden. We doen wat boodschappen en rijden terug naar Adams House en dat zal onze stek zijn voor de komende week. Tijd genoeg dus om weer wat schoolwerk te doen, weekboeken en weblog bij te werken en de gebruikelijke klusjes zoals de was.

Abu Simbel

Maandag rijden we samen met Costa en Katrijn naar Abu Simbel door de woestijn. Een lange vrij saaie en vooral hete rit van 270 kilometer. Gelukkig kost de diesel hier maar 13 eurocent per liter dus de brandstofkosten vallen erg mee. In Abu Simbel parkeren we op de grote parkeerplaats voor alle toeristenbussen maar er is nu niemand. Elke dag rijden er een stuk of vijftig bussen en busjes met toeristen in een konvooi van Aswan naar Abu Simbel. Daar komen ze dan om half acht ’s morgens aan en vertrekken dan om tien uur weer terug naar Aswan. De rest van de dag en nacht is het hier uitgestorven. Ik ga nog even met de jongens zwemmen in het meer maar we worden al snel weggestuurd omdat hier krokodillen zouden zitten. Ik betwijfel het maar goed, we gaan er maar uit. De volgende ochtend staan we om vijf uur op en staan we om half zes voor de tempel, net voor zonsopkomst. Een erg mooi moment, vooral om dat net in deze tijd de zon bij zonsopkomst gedurende ongeveer tien minuten precies tot helemaal achter in de tempel schijnt op het heiligste gedeelte.

Het is werkelijk heel bijzonder bouwwerk vooral als je bedenkt dat het niet meer op de oorspronkelijke plaats staat. In de jaren zestig hebben ze deze tempel en nog een stuk of twintig kleinere in stukken gezaagd en verplaatst vanaf de oevers van de Nijl naar hoger gelegen gedeeltes omdat er toen hier het enorme stuwmeer kwam, het Nasser-meer.

Vooral het binnenste gedeelte, waar je helaas geen foto’s mag nemen, verraste ons heel erg door de grootte en de mooie met hiërogliefen en beelden beschilderde wanden in vele uitgehouwen kamers en zijkamers. Ook was het natuurlijk super dat we de hele tempel voor ons allen hebben totdat om half acht de honderden toeristen arriveren.

Als die arriveren zijn wij alweer bij onze auto’s en gaan dan rustig koffiedrinken en ontbijten. Een paar uur nadat het konvooi vertrokken is vertrekken wij op eigen houtje terug naar Aswan. Op de (afgesloten) afslag naar Wadi Halfa, Soedan, vragen we nog één keer aan de militairen of we echt niet daar zelf heen mogen rijden maar het mag echt, echt niet en we zullen dus noodgedwongen moeten verschepen over het Nasser meer. Kost voor ons ruim 800 euro, terwijl het vanaf hier ongeveer een uurtje rijden is….

Wachten op de barge

De rest van de week is erg relaxed, beetje schoolwerk doen, beetje boodschappen doen, af en toe zwemmen in de Nijl, dingetjes regelen en ook nog een zeiltochtje gemaakt op de Nijl met de falucca van Hassans’ familie (van de Adams House). Het waaide lekker en we mochten zelf het hele stuk zeilen, dus dat was een erg welkome afwisseling voor de toch wel traag verlopende week.

Als ik dit schrijf zitten we inmiddels in het Keylani hotel in Aswan en staat de auto al op de barge. Wijzelf gaan morgen, 24 oktober, met de passagiersboot en zullen dan in Wadi Halfa hopelijk niet meer dan één dag hoeven te wachten totdat de barge met onze auto aankomt. Er zijn inmiddels nog wat overlanders hier aangekomen, dus het wordt best gezellig denk ik. Behalve wij en Katrijn en Costa zijn er inmiddels ook twee Zuid-Afrikanen bijgekomen, twee Brazilianen en een Nederlander per motorfiets, Een paar Argentijnen per auto en twee Engelse heren ieder met een MG Midget, zo’n klein cabrio autootje met 15 cm bodemspeling. In een volgend verslag ongetwijfeld meer hierover.

Tja, voor de tweede keer dus deze ellendige veerboot over het meer en ik had mezelf al beloofd dat nooit meer te doen. Wat een onzin. Wat hadden echt gehoopt dat de grenzen op tijd voor ons zouden opengaan maar als ik de informatie hier beluister kan het best nog wel eens maanden of misschien wel een jaar kunnen gaan duren. De ferry is uiteraard een geweldige melkkoe die ze gaan missen als de grens opengaat.

PS

Door al deze onzin krijg je natuurlijk al snel een negatief beeld over het land, de bureaucratie, en alle bijkomende problemen maar het blijft toch een interessant en prachtig land.  We hebben best veel mensen gesproken en iedereen is erg optimistisch over wat er na de aankomende verkiezingen, in het post-Mubarak tijdperk, zal gaan gebeuren. Ongetwijfeld zal de Muslim Brotherhood aan de macht komen maar de vraag is natuurlijk of het leven voor de arme mensen er echt beter van zal gaan worden. Ook maken we ons zorgen wat er met de rechten en levensomstandigheden van de Kopten gaan gebeuren. Het zal niet meevallen deze 85 miljoen mensen te besturen. Toch is het natuurlijk wel het land bij uitstek dat, gewend aan zoveel westerse toeristen, kan laten zien aan de hele wereld dat islam en echte democratie samen kunnen gaan.

Alle foto's op een rijtje:

227